De aandelenkoersen van beursgenoteerde elektriciteitsproducenten zijn de laatste jaren fors gekelderd. Ook de bedrijfswaarde van bijvoorbeeld RWE en EON is door het denkbeeldige putje gegaan. De kredietwaardigheid (en de daarbij behorende ratings) zijn eveneens in elkaar geduikeld.
Ontslagrondes en reorganisaties zijn het gevolg. Zowel EOn als RWE zijn opgesplitst. Grofweg kan worden gesteld dat EON is gesplitst in EON-nieuwe stijl en Uniper, waarbij het EON-deel alle hernieuwbare energieopwekking ter beschikking heeft en Uniper het klassieke model hanteert.
RWE gaat verder als RWE-nieuwe stijl en Innogy. De laatste betreft de duurzame variant, terwijl RWE zich beroept op het productiepark met elektriciteitscentrales die worden gestookt op bijvoorbeeld steenkool als ook bruinkool.
Knap lastig
Overigens zijn deze splitsingen nog niet volbracht, maar is dat proces onder handen. Voor mij is dat zakelijk gezien knap lastig, omdat ons bedrijfsnetwerk bij deze clubs ook weer opnieuw moeten worden opgebouwd.
Immers, managers en medewerkers verschuiven qua werkgever en (of) positie en worden nu over twee firma’s verdeeld in plaats van één.
Vorige week was het Franse EDF stevig aan de beurt. De aandelenkoers klapte met 10% omlaag, tot onder de 8 euro, nadat werd aangekondigd dat ze 4 miljard euro wil werven middels een emissie.
Bestaande aandeelhouders pakken de aandelen op. EDF bood drie nieuwe aandelen aan voor elke tien aandelen die een belegger reeds bezat, tegen een prijs van 6,35 euro. Dit is een korting van circa 35% ten opzichte van de slotkoers van de dag ervoor.
Niet geheel verwonderlijk dat de koers dan ook in elkaar dook. En dit terwijl het tien jaar geleden nog ruim boven de 80 euro noteerde. Dat zijn nog eens cijfers.
Nieuwe kerncentrale
Wat moet de Franse gigant overigens met dat geld? EDF financiert hiermee de in aanbouw zijnde kerncentrale in zuidwest Engeland (Hinkley Point). De bouw vergt geen kattenpis, maar een reusachtige som geld; namelijk 22 miljard euro.
U vraagt zich wellicht af: Waarom in Engeland? Wel, het Franse EDF, het Spaanse Iberdrola, de Duitsers EON en RWE behoren tot de grootste partijen in de Britse markt.
De Engelse energiemarkt was destijds de eerste in Europa waar de liberalisering van de groothandelsmarkt werd doorgevoerd en destijds is sprake geweest van een toestroom van buitenlandse energiebedrijven.
Areva
Overigens wordt het geld dat EDF verwerft ook gebruikt om een deel van het noodlijdende Franse bedrijf Areva over te nemen. Areva, actief in onder meer het ontwerpen, bouwen en beheren van kernreactoren, heeft zware klappen te verduren gehad. Daarmee is de positie van EDF tevens in gevaar.
Immers, het bedrijf is een nucleaire specialist bij uitstek. Zij bezit meer dan vijftig nucleaire centrales. De significantie van Areva wordt duidelijk als het volgende in ogenschouw wordt genomen.
Mondiaal zijn er slechts enkele partijen die grootschalige constructie van nucleaire centrales aankunnen. Areva is één van dat selecte gezelschap. Zij heeft dan ook mondiaal geopereerd en EDF is er sterk van afhankelijk.
Staatsbedrijf
Ondanks dat EDF kan worden aangemerkt als staatsbedrijf is ook een deel aan de beurs genoteerd. De Franse overheid heeft echter het ruime merendeel in handen; circa 85%. Staatsbedrijven krijgen doorgaans een hogere creditrating dan diegene die geheel in particuliere handen zijn.
Wellicht dat dit EDF goed doet. De toekomst zal het leren.
Maar let op: elektriciteit zal steeds meer decentraal worden opgewekt. Flexibiliteit is het toverwoord. Flexibiliteit in productie, transport, opslag en consumptie. Flexibiliteit in de leveringscontracten. Flexibiliteit in de bedrijfsvoering, klantcontact en het inspringen op veranderende behoeften.
De vraag luidt dan ook: kan een grote organisatie daaraan het hoofd bieden of gaan nieuwe, kleinere partijen ermee aan de haal?