Wat gebeurt er toch weer veel op de beurzen. Met name de problemen in China worden aangewezen als de grote boosdoener. Nu is er natuurlijk altijd meer aan de hand, maar China lijkt inderdaad een trigger te zijn geweest voor de huidige volatiliteit.
Er zijn echter wel wat verschillende invalshoeken wat betreft het hoe en waarom. Vandaag laat ik enkele van deze invalshoeken de revue passeren.
De problemen die China nu heeft, forceren het land om hun positie in Amerikaanse staatsobligaties af te bouwen. De enorme 1 biljoen dollar (1000 miljardjes dus) carry trade die op touw is gezet met behulp van de Chinese valuta, wordt nu deels geliquideerd, waardoor de Chinese autoriteiten geforceerd zijn dit tegen te gaan.
Quantitative Tightening
Dit doen ze door het verkopen van hun reserves (met name dus Amerikaanse staatsobligaties). De bedragen die hier in om gaan zijn van dien aard, dat Deutsche Bank het Quantitative Tightening, of wel QT, heeft genoemd.
SocGen heeft gecalculeerd dat als de gehele carry trade geliquideerd wordt en de Chinezen dit puur met verkoop Amerikaanse staatsobligaties tegengaan, dat het bedrag gelijk staat aan 60% van het QE3-programma van de Fed, maar dan in omgekeerde vorm.
Zo bekeken, kunnen de Chinese problemen niet worden weggezet als een storm in een glas water of een lokale aangelegenheid. De gevolgen voor andere opkomende markten is al duidelijk te bemerken. Zo is Brazilië door haar hoeven gezakt.
Dollarschuld
Ondanks de recessie, is Brazilië genoodzaakt de rente te verhogen, waardoor het de economie nog verder de nek om draait. Dit alles door het feit dat het land 250 miljard dollar schuld heeft (dus niet in lokale munt maar in dollar) en de alsmaar afzwakkende Braziliaanse real deze schuld steeds pijnlijker maakt.
En Brazilië is niet het enige opkomende land wat hier last van heeft. Morgan Stanley noemde het een drievoudige klap:
- De (USD-)schuldposities van opkomende markten.
- De Chinese problemen.
- Het stopzetten van quantitative easing (QE) in de VS.
Aansterkende Amerikaanse dollar, dalende prijzen voor de exportproducten van opkomende markten (olie, koper, kolen, et cetera) zijn het bewijs dat de Chinese problemen wel degelijk een wereldwijde impact hebben.
QE4 voor de Fed
De schuldposities in Amerikaanse dollars van vele opkomende marketen kan dus zomaar en binnen afzienbare tijd de wereld verrijken (no pun intended) met tien Griekenlanden. Voor ons eurozone-bewoners is het in ieder geval een bekende situatie, maar positief is het allerminst.
De vraag is dan of de Fed de rente wel kan verhogen. Zouden ze dat doen, bovenop de bovenbeschreven Chinese QT, dan kunnen we ons opmaken voor flink lagere beurzen. Sterker nog, puur bekeken vanuit de huidige omstandigheden, zou de Fed met QE4 moeten beginnen.
Nogmaals, ik ben absoluut geen fan van QE en vind het monetaire voodoo die de echte oorzaken niet aanpakt maar juist versterkt (it is all about debt), dus van mij mag de renteverhoging komen zodat de bubbel eindelijk kan leeg lopen.
Vergezochte theorie
Niet leuk natuurlijk, maar onvermijdelijk. Echter, met allerlei politieke belangen en ingegraven centrale bankiers, lijkt het mij aannemelijk dat zij de onvermijdelijke eindafrekening zolang mogelijk zullen uitstellen.
De Fed rente verhoging deze september, lijkt daarmee in ieder geval van de baan en ligt zelfs QE4 wellicht in het verschiet. Maar ik heb ook een opiniestuk gelezen waarin een wat vergezochte theorie wordt aangekaart.
De auteur stelde dat de Fed express het huidige beleid heeft ingezet om de dollar te laten aansterken en de grondstoffen te laten ploffen. Zodoende krijgt de Amerikaanse consument een enorme boost in besteedbaar inkomen.
Long- of shortzijde
De Amerikaanse economie kan dan eindelijk echte groei laten zien. Het lijkt mij, nogmaals, een beetje vergezocht en op lange termijn geen houdbare strategie, maar in deze gekke tijden van negatieve rente, exploderende centrale bank balansen en zo verder, mag niets worden uitgesloten.
Dit zijn dus twee tegengestelde opinies. Die groep beleggers die gaan voor een Fed-redding, ofwel QE4, die zullen zich aan de longzijde positioneren in aandelen.
De andere groep zou, bijvoorbeeld, short kunnen gaan in een Europese index versus een long op de Amerikaanse Russell 2000 index (meer lokale fondsen die dus gebaat zijn bij een aansterkende Amerikaanse consument), of een short op euro-dollar, en zo verder. Genoeg mogelijkheden dus, zolang de belegger overtuigd is van zijn scenario.