Geloof me of niet (dat laatste kan ik mij na mijn 1 april-ABN Amro-column goed voorstellen), maar ik wil enige nuance in het bankenbonusdebat aanbrengen. Eigenlijk in de gehele discussie over het aanzien van de financiële sector.
Populistische oneliners over banken en bestuurdersbeloningen gaan er even gemakkelijk in als de score van een tweederangs spits voor open doel. Vooral de politiek durft geen genuanceerde positie in te nemen uit angst electoraal te worden vermorzeld.
Nu ga ik niet de stelling verdedigen dat alles koek en ei is in de financiële sector en dat er niets op de bankbeloningen valt aan te merken. Dat de sector grote fouten heeft gemaakt is evident. Nu is het maken van grote fouten geen exclusief fenomeen voor de financiële sector.
Geen liefdadigheidsinstellingen
Echter, de gevolgen zijn wel groot (geweest). Zo groot, dat de overheid, nee dat klinkt niet sterk genoeg, de belastingbetaler de banken heeft moeten redden. En dan past toch geen onverantwoord hoge beloning van het (mis)management, is de veel gehoorde wijsheid.
Banken moeten niet alleen de top soberder belonen, maar bovenal de klant meer centraal stellen, is een andere veel gehoorde opinie. De klant centraal stellen, ik huiver van dat soort holle clichés. Maar het kan erger.
Merel van Vroonhoven, de voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), wil dat de sector meer "verbinding met de samenleving" zoekt. Goedkope oordelen over banken en bestuurders, nietszeggende frasen over centrale klanten en het voeren van verbindend beleid als zouden financiële ondernemingen moeten worden omgevormd tot maatschappelijke en/of liefdadige instellingen.
Toegevoegde waarde
Laten we nu gewoon nuchter naar de sector kijken en ook in die trant oordelen. Ten eerste over de grote fouten die in het verleden zijn gemaakt. Dat is zeker gebeurd, maar niet alleen met de banken als verantwoordelijken.
Toezichthouders, de politiek, de belegger en de financiële consument treffen ook blaam. Maar daar gaat het mij nu niet eens om. Door voortdurend te focussen op de ongelukkige kredietcrisis, vergeten we dat de financiële sector ook een enorme toegevoegde waarde heeft gekend en die moet behouden of opnieuw verkrijgen.
De westerse samenleving heeft mede zo een enorm welvaartsniveau gekregen door de aanwezigheid van een goed ontwikkelde, geavanceerde financiële sector. Welvaart wordt niet gecreëerd door banken die braaf de ouderwetse nutsfunctie vervullen.
Andere kant medaille
Juist instellingen die veel meer risico namen, zorgden voor financiering van activiteiten die een gewone bank niet voor zijn rekening zou nemen. Kijk naar de klachten van het MKB dat de banken geen leningen meer willen verstrekken.
Dat is het gevolg van het feit dat banken niet anders meer doen dan risicoloos hun nutsfunctie vervullen. In alle decennia voor de kredietcrisis heeft de meer riskante financieringsconstructies mede voor de grote welvaart gezorgd.
Die kant van de medaille moet kennelijk uit de geschiedenisboekjes worden gewist. Dat is jammer,want het betekent dat we nu te ver doorslaan in de verkeerde richting. Een samenleving met alleen nog maar ambtelijke risicomijdende nutsbanken, helpt ons echt niet vooruit.
Leuk of niet
Dan die beloningen. Banken beweren dat ze hoge beloningen moeten betalen om goede mensen aan te trekken. In koor lijken de tegenstanders van deze beloningen personeels- en arbeidsdeskundigen. Zij weten kennelijk dat een hoge beloning helemaal niet nodig is.
Ik betwijfel dat ten zeerste en denk dat in zijn algemeenheid topmensen alleen voor topsalarissen binnengehaald kunnen worden. Of we dit nu leuk vinden of niet. Ik heb sterk het vermoeden dat andere motieven een rol spelen in de strijd tegen hoge salarissen.
Zoals de FNV, die kennelijk niet in staat is voor zijn eigen achterban goede cao's te bedingen. De nieuwe succesformule van de bond is dan maar om de topbeloningen omlaag te krijgen. De roep, vooral vanuit de politiek, de topsalarissen van banken in staatshanden sterk te matigen is zelfs bizar.
Wel topbestuur
ABN Amro is minstens vijftien miljard euro waard en het bezit van ons allemaal. Ik wil dat de bank juist een topbestuur krijgt, die de meeste waarde voor de overheid als aandeelhouder (de belastingbetaler dus!) kan creëren. Als daar een topsalaris bij hoort, soit.
Een paar ton besparen ten koste van mogelijk vele miljarden minder waarde is een extreem penny wise, pound foolish standpunt. Over het centraal stellen van de klant en het zoeken naar verbindingen kan ik kort zijn.
Financiële instellingen moeten gewoon producten leveren waar u en ik in geïnteresseerd zijn. Dat moet niet worden afgedwongen of ingevuld door politiek of toezichthouders in morele oproepen, maar door efficiënte en goede regelgeving.
Gewone bedrijven
Regelgeving die het veel makkelijker maakt dat buitenlandse banken zich hier vestigen, zodat de concurrentie toeneemt. Regelgeving die ervoor zorgt dat de bank zijn producten helder en goed uitlegt. En regelgeving die banken die zich daar niet aan houden, keihard worden aanpakt. Zo simpel is dat.
Daarnaast moet natuurlijk ook de financiële consumenten hun verantwoordelijkheid nemen en zich verdiepen in de producten die zij willen aanschaffen. En eerlijk is eerlijk, daarover zei Van Vroonhoven wél behartigenswaardige woorden.
"Zwart wit gesteld" gaf zij aan dat klanten zich niet verdiepen in financiële producten en dat op deze manier nooit voldoende tegengas aan de banken kan worden geven. Uitstekend gezegd!
Financiële instellingen zijn gewone bedrijven, die tegenwoordig failliet kunnen gaan ten koste van aandeelhouders, achtergestelde leninghouders, obligatiehouders en spaarders. De belastingbetaler zal in de toekomst nagenoeg zeker buiten schot blijven.
Laten we dan ook ophouden met goedkoop prijsschieten op de financiële sector.