Steeds meer investeerders en ondernemers ontdekken de mogelijkheden van crowdfunding. Voor ondernemers is het een goed alternatief om hun financiering rond te krijgen en voor investeerders geeft het een mooie kans op een aantrekkelijk rendement.
Maar welke vorm van crowdfunding moet u nou kiezen? Om u te helpen bij de keuze tussen aandelen of leningen, geef ik enkele zaken om rekening mee te houden.
1. Rendement
Bij aandelen (participaties) kunt u een mooie winst behalen als de verkoopprijs van uw aandelen hoger ligt dan uw investering. Deze winst is vooraf niet beperkt. Dus als u de deskundigheid of het geluk heeft dat u investeert in de nieuwe Google, dan kunt u hiermee een geweldig rendement behalen.
Daarnaast kan de onderneming tussentijds nog (meermaals) een dividend uitkeren waar u dan als aandeelhouder van meeprofiteert. Zowel de verkoopprijs als het dividend zijn vooraf echter onzeker.
Bij MKB-leningen is het rendement een vooraf vastgesteld rentepercentage (de coupon). Die bedraagt gemiddeld tussen de 7 en 9% op jaarbasis. Daarnaast ontvangt u aflossingen die gelijk zijn aan uw investeringsbedrag.
2. Risico
Helaas zit er aan elk potentieel rendement ook een risico verbonden. Bij zowel de keuze voor aandelen als voor leningen is het belangrijkste risico hierbij dat de onderneming waarin u investeert failliet gaat.
Houdt u er daarom rekening mee dat van alle startups circa 8% in het eerste jaar failliet gaat of moet stoppen en in de eerste vijf jaar is dit zelfs circa 47%. Slechts zo’n 15% van de startups is ook echt succesvol.
De meeste aandelenbeleggingen bij crowdfunding betreffen startups, dus u moet er dan ook rekening mee houden dat tegenover de kans op een hogere opbrengst ook een (aanzienlijk) hoger risico bestaat.
Natuurlijk kunt u ook specifiek kiezen om alleen in aandelen van al bestaande bedrijven te beleggen, maar dan betaalt u wel een relatief veel hogere prijs. Hierdoor nemen uw potentiële winsten ook af.
Voor leningen geldt dat ook een groot deel van het aanbod bestaat uit startups, maar hierbij is het aanbod van bedrijven dat een bestaand trackrecord heeft een stuk ruimer. De start-ups zullen hierbij vanwege het hogere risico per saldo een hogere rente vergoeden dan de bestaande bedrijven.
3. De praktijk
Hoe ziet dit er in de praktijk uit? Hiervoor vergelijk ik het hoogste risico (startup + aandelen) met het laagste risico (bestaand bedrijf + lening) en ga uit van de gemiddelde cijfers die hiervoor gelden.
Aandelenbelegging in een startup
Bij een aandelenbelegging in een startup betekent dit dat u de succesvolle bedrijven in uw portefeuille bijvoorbeeld na vijf jaar kunt verzilveren tegen een waardering die 5x uw inleg is. Op die investeringen hebt u dan natuurlijk een geweldig rendement van 400%, dus 80% op jaarbasis. De meeste startups keren in de beginjaren geen dividend uit.
Echter, slechts gemiddeld 15% van de ondernemingen waarin u kunt investeren is succesvol, dus resteert voor het winstgevende deel een rendement op uw portefeuille van 15% x 80% = 12% op jaarbasis.
Aan de andere kant zal circa 47% van de startups in uw portefeuille na vijf jaar failliet zijn waardoor u (vrijwel) uw volledige inleg hierin kwijt bent. Gemiddeld haalt u hier dan een rendement op van -9,4%.
Van de overige bedrijven (38%) is het nog onduidelijk of ze het gaan redden. Het rendement hiervan houd ik op 0% (= geen winst en geen verlies).
Dit betekent dat het gemiddelde rendement op uw totale portefeuille in dit voorbeeld uitkomt op (15% x 80%) – (47% x 20%) + (38% x 0%) = 12% - 9,4% = 2,6% op jaarbasis.
MKB-lening in de groeifase
Bij een investering in een MKB-lening van een bedrijf in de groeifase ontvangt u een rente van gemiddeld 8%. Gemiddeld gaat zo’n 2 tot 5% van de bedrijven in de groeifase failliet. Voor deze berekening houd ik het op 4% en gaan ze na drie jaar failliet.
Dit betekent voor het rendement dat u op 96% van de portefeuille 8% rendement haalt. De overige 4% levert nog drie jaar 8% op, maar daarna resteert een verlies van 100%.
Dit betekent dat het gemiddelde rendement hierbij uitkomt op (96% x 8%) + (4% x 8% x 60%) – (4% x 20%) = 7,7% + 0,2% - 0,8% = 7,1% op jaarbasis.
In een tabel ziet dit er als volgt uit:
Aandelenbelegging in start-up na vijf jaar |
winst/verlies |
winst/verlies op jaarbasis |
aantal bedrijven |
totale rendement |
Positief |
400% |
80% |
15% |
12,0% |
Negatief |
-100% |
-20% |
47% |
-9,4% |
|
|
|
|
2,6% |
MKB-lening in groeifase na vijf jaar |
winst/verlies |
winst/verlies op jaarbasis |
aantal bedrijven |
totale rendement |
Positief |
40% |
8% |
*96% |
12,0% |
Positief |
24% |
5% |
4% |
0,2% |
Negatief |
-100% |
-20% |
% |
-0,8% |
|
|
|
|
7,1% |
In de voorbeeldberekening hierboven heb ik geen rekening gehouden met de mogelijke restwaarde van de participaties en de leningen na een faillissement. Hierdoor zullen de uiteindelijke resultaten per saldo positiever uitpakken.
Conclusie
Wat hieruit naar voren komt is dat het lagere risico van een lening in een groeibedrijf per saldo ook een betere opbrengst geeft. Uiteraard is uw persoonlijke rendement sterk afhankelijk van de specifieke bedrijven waarin u belegt en kunt u een beter resultaat halen door een goede selectie door u zelf, of door het platform waar u belegt.
Meer Beleggingsideeën van Voordegroei
Dit artikel is geschreven door Ivo Feeke.