Nu veel partijen met de bekende verwachtingen komen voor 2013 zijn er wederom twee kampen te onderscheiden. Deze waren er altijd al, maar opvallend is dat er dit jaar ook veel overeenkomsten zijn tussen het, voor het gemak als zodanig getypeerde, negatieve kamp en positieve kamp.
Er is een eenduidige gedachte over Europa: beide kampen zijn daar negatief over. De kans dat de eurozone echter uiteenvalt wordt klein geacht (al houden sommigen wel rekening met een – om met het lelijkste woord van 2012 te spreken – Grexit).
Eenieder noemt de:
- hoge overheidsschulden
- de vergrijzing
- het gebrek aan economische dynamiek
Eén en ander is wel afhankelijk van over welk deel van Europa het gaat.
Verschillen
Observatie leert dat er wel verschillen in inzicht zijn ten aanzien van de mate waarin een federaal Europa wel of geen gestalte zou moeten krijgen. De grote verschillen tussen de twee kampen zitten echter in de verwachtingen voor de Verenigde Staten en de emerging markets.
De somberaars zijn negatief over de VS en de opkomende landen, terwijl het positieve kamp zegt dat de groei juist vanuit deze naties zal komen. Het negatieve kamp stelt dat de groei van de opkomende landen te optimistisch is geprognosticeerd en tegen zal vallen, met name voor China.
Hierdoor zal de groei van de wereldeconomie worden geremd, juist nu we dit zo hard nodig hebben. De somberaars stellen ook dat de groei in de VS zeer fragiel is en het maar de vraag is of de asset inflatie, die in gang is gezet door de monetaire verruiming van de Fed, gaat lukken.
Dit beleid heeft tot heden wel geleid tot hogere aandelenkoersen en ook de huizenprijzen stijgen weer.
Consumentenvertrouwen
De hamvraag is of dit het consumentenvertrouwen een impuls kan geven die stevig genoeg is om Amerikaanse consumenten er toe te bewegen weer te lenen en te besteden, waardoor de geldcirculatie en daarmee de economie weer op gang komt.
Het negatieve kamp spreekt de verwachting uit dat dit niet gaat lukken en dat het onzekere overheidsbeleid, zowel in de VS (patstelling fiscal cliff) als in Europa, de economische groei onder druk zal blijven zetten.
Het positieve kamp stelt daarentegen dat dit het begin van het herstel is. Ook de game changer van goedkopere energie (schaliegas) zal de Amerikaanse economie stimuleren door:
- de lagere energiekosten (input kosten; een voordeel voor de petrochemische industrie)
- toenemende werkgelegenheid
- het verminderen van het handelstekort
Uit het negatieve kamp: Gordon
Een belangrijk en representatief working paper van het negatieve kamp komt van Robert J. Gordon, getiteld: Is US Economic Growth Over? Faltering Innovation confronts the Six Headwinds (augustus 2012). Het betreft een langetermijnstudie waarin Gordon stelt dat de economische groei zal gaan afvlakken om de volgende redenen:
- De tijd van grote innovaties (stoom, spoorwegen, riolering, stromend water, stroom, ICT) is voorbij.
- Er is een einde gekomen aan het demografische dividend (babyboomers gaan met pensioen).
- Prijzen en kosten zijn wereldwijd vergelijkbaar en dalen door de combinatie van internet en globalisering. Goedkope arbeid buiten de VS concurreert met Amerikaanse arbeid, niet alleen door het uitbesteden van werk (outsourcing) maar ook door de import. De groei van het toekomstig inkomen in de VS neemt af, met name de groei van het mediane arbeidsinkomen; dit lijdt tot een stijgende ongelijkheid.
- Het opleidingsniveau in de VS daalt. De VS daalt in de internationale vergelijking van het gedeelte van de bevolking dat bij een bepaalde leeftijd een afgeronde hoge opleiding heeft. Hoge studiekosten weerhouden nu ook kinderen van de middenklasse om te gaan studeren.
- Toenemende milieuheffingen en andere reguleringen maken het moeilijker om groei te realiseren dan in het verleden.
- Consumenten en overheden hebben in vergelijking met het verleden veel hogere schulden.
Met bijgaande grafiek toont Gordon aan dat pas na 1700 een iets hogere groei van het bruto nationaal product per capita kon worden gerealiseerd en dat dit met name in de 20ste eeuw fors steeg van 1 tot 2,5%.
De grafiek visualiseert tevens zijn verwachting dat de groei tijdens het restant van deze eeuw weer zal afvlakken van 1,5% tot uiteindelijk slechts 0,3%. Dit betekent overigens nog wel absolute groei.
Groei in het reële bnp per capita 1300-2100
Bron: Faltering Innovation confronts the Six Headwinds (augustus 2012). Data van Broadberry en Maddison voor de UK en voor de US NIPA table en Balke-Gordon; klik op de grafiek voor een grote versie.
Uitgaande van de 1,8% gemiddelde groei in 1987 tot 2007 in de VS laat hij vervolgens zien met behulp van een staafdiagram hoe genoemde effecten de groei van het bruto nationaal product (bnp) in de toekomst zullen reduceren.
Componenten van de oefening van de aftrek in groei
Bron: Faltering Innovation confronts the Six Headwinds (augustus 2012). Klik op de figuur voor een grote versie.
Uit het positieve kamp: Siegel
Een andere bekende Amerikaanse econoom, Jeremy Siegel, dicht een grote rol toe aan de opkomende landen en tekent daarbij aan dat het ook deze landen zijn waardoor onze productiecapaciteit afneemt en voor werkloosheid zorgen.
De bnp-bijdrage van Europa (7% van de wereldbevolking en 50% van 's werelds totale sociale uitgaven), in de totale wereldproductie daalt volgens Siegel gestaag:
- 33% in 1980
- 23% in 2012
- mogelijk slechts 9% aan het eind van deze eeuw
De eurozone wordt hoe langer hoe onbelangrijker (Duitsland meldt dat bijna tweederde van haar export al buiten de eurozone is) en daarom is het uitelkaar vallen van de eurozone in individuele landen geen optie meer (want, zo is de redenering: "dan stellen wij helemaal niets meer voor").
De belangrijkste vraag die wij onszelf volgens Siegel moeten stellen is hoeveel tijd er zit tussen de pensioendatum en de levensverwachting. Deze periode is bij ons nu ruim vijftien jaar. Zonder economische groei is dit volgens Siegel niet te handhaven, waardoor mensen langer zullen moeten doorwerken.
Beleggers uit de opkomende landen zullen volgens Siegel hun opmars maken. Siegel verwacht dat eind deze eeuw vrijwel alle westerse multinationals in handen zijn van investeerders uit de emerging markets (mogelijk wel met westers management en behoud van naam en zeker merk).
Groei trends |
Bijdrage aan bnp 2020 in 1000 miljard dollar |
De komende 1 miljard mensen, die meer te besteden hebben |
10 |
Nieuwe infrastructuur en onderhoud bestaande infrastructuur |
1 |
Meer militaire uitgaven in opkomende landen (volgt industrialisatie) |
1 |
Meer grondstoffen benodigd (water, kunstmest, metalen) |
3 |
Slimmere mensen (ontwikkeling human capital) |
2 |
De rijke westerse mensen zo lang mogelijk gezond/gelukkig houden |
4 |
Alles hetzelfde maar leuker en vriendelijker (domotica, IT) |
5 |
Innovaties en doorbraken (nanotechnologie, DNA ) |
1 |
Totaal |
27 |
Onlangs verscheen er ook een rapport over langjarige groeitrends tot 2020, gepubliceerd door Bain & Company (The great eight; trillion Dollar growth trends to 2020). Zij komen tot de conclusie dat deze trends (zie de tabel hierboven) circa 27.000 miljard dollar zullen bijdragen aan het global bnp waarvan circa 16 biljoen dollar ten goede zal komen aan de opkomende landen en circa 11 biljoen dollar aan het westen.
Geschatte bijdrage van acht grote macro economische trends in de reële bnp-groei tussen 2010-2010 (taxatie).
Bron: The great Eight van Bain & Company (IMF, Euromonitor, WSJ, UB, EIA Data monitor, et cetera). Klik op de figuur voor een grote versie.
De conclusie luidt dat de gouden jaren negentig voorbij zijn en dat de groei van de welvaart en de verdeling ervan in het westen afvlakt en oneerlijker wordt.
Er blijven echter voldoende aandelen en daarmee beleggingsmogelijkheden die inspelen op genoemde macro-economische ontwikkelingen.