Het wordt langzaam maar zeker duidelijk dat de Spaanse overheid een bad bank wil oprichten. Nu zult u waarschijnlijk denken dat er al genoeg slechte Spaanse banken zijn en dat er niet nog één bij hoeft. Toch is een “bad bank” nodig om de gewone slechte banken in Spanje weer benen te geven. De Spaanse overheid heeft van de Spaanse banken meer openheid geëist en wil de problemen op tafel hebben.
Analisten denken dat ongeveer 180 miljard euro aan rommelkredieten uitstaat bij Spaanse banken en die rommelkredieten hebben vooral betrekking op onroerend goed (zowel commercieel als residentieel). Om nu de Spaanse economie weer vlot te trekken wil de Spaanse overheid mogelijk een vehikel, een bad bank, oprichten waar Spaanse banken hun rommelkredieten (tegen taxatiewaarde!) kunnen inleveren. Een recent voorbeeld hiervan is de National Asset Management Agency (NAMA).
NAMA is de bad bank van de Ierse overheid, sinds december 2009. De NAMA heeft voor ongeveer 75 miljard euro aan kredieten opgekocht en zou in 2019 weeroverbodig moeten worden. De Ierse overheid rekende tijdens de oprichting van de NAMA op een levensduur van tien jaar, waarin uiteindelijk alle opgekochte kredieten zouden moeten worden afgewikkeld en waaraan mogelijk zelfs iets verdiend zou kunnen gaan worden. De NAMA werd opgericht toen in Ierland het water tot aan de lippen stond. Maar nadat Ierse banken in 2010 nog verder in de problemen kwamen en Ierland 50 miljard euro kapitaal moest verstrekken aan Ierse banken ging het land zelf met opgehouden hand naar Brussel.
Geen reële waarden
Een bad bank leek een oplossing, maar alles pakte anders uit. Als een bad bank besluit tegen taxatiewaarde in te kopen, dan moeten banken natuurlijk wel juist taxeren om niet nog eens af te moeten boeken. Blijkbaar waren de balanswaarde en de taxatiewaarde van de Ierse banken niet gelijk en dus volgde er een rampzalig jaar in 2010. Dat de Ierse banken naar de NAMA moesten, kwam doordat steeds meer relaties van de Ierse banken in gebreke raakten, waardoor de Ierse banken geforceerd afstand moesten gaan doen van rommelkredieten.
Op dit moment is de situatie in Spanje niet veel anders dan december 2009 in Ierland. Ik denk dat de Spanjaarden nog geen reële waarden voor hun rommelkredieten hanteren. De Spaanse overheid denkt dat de Spaanse banken zo tussen de 20 en 40 miljard euro extra moeten reserveren voor nieuwe afboekingen. Nu moet de Spaanse overheid gaan inschatten hoe groot de kans is dat, met ruim 24% werkloosheid en veel vastgoedontwikkelaars aan het zuurstof, nog meer debiteuren in gebreke gaan raken.
Als Spaanse banken wél meer debiteuren in gebreke zien raken zou de bad bank wel eens een rampzalig scenario in gang kunnen gaan zetten. Banken zijn gewend om problemen over vele jaren uit te smeren, maar Spaanse banken zouden zelf acuut in problemen raken als nog meer klanten niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De Spaanse banken verkeren al geruime tijd in grote nood maar weten met knip- en plakwerk de zaak (nog) drijvend te houden. Zo meldde de ECB recent dat per eind maart Spaanse banken ruim 227 miljard euro (geen typefout!) hadden geleend bij de ECB terwijl dat eind februari nog slechts 152 miljard was.
Ramp voor Europa
De grote vraag is nu of er wel voor een bad bank, die tegen taxatiewaarde rommelkredieten opkoopt, gekozen moet worden. Nog grotere problemen bij Spaanse banken door grote afboekingen hebben als gevolg dat de banken nieuw kapitaal zullen moeten aantrekken. Beleggers die nieuw kapitaal zullen verschaffen zijn er hoogstwaarschijnlijk niet en dus zal dan de Spaanse overheid geld, dat het niet heeft, op tafel moeten leggen. Een gang naar Brussel, net zoals Ierland dat deed in 2010, lijkt dan een logische volgende stap. Een ramp voor Europa.
Het is duidelijk dat er hulp moet komen voor de Spaanse banken maar de vraag is dus nu of een “bad bank” niet juist voor een knock-out gaat zorgen in plaats van de gewenste rust? Vorige week schreef ik al over de misère index en ook toen moest ik Spanje noemen. Voorlopig zijn we er dus nog niet en lijkt de Spaanse overheid voor een duivelsdilemma te staan. Want de bad bank moet rust creëren en niet het volgende slechte Spaanse verhaal worden. Nu niets doen lijkt met bijna-zekerheid een ramp in Spanje te gaan veroorzaken.
Door alle onzekerheid zijn beleggers vooral op zoek naar bedrijven die ook buiten de eurozone centen verdienen. Net zoals vorig jaar lijken beleggers zelfs bereid te zijn om premie te betalen voor multinationals. Vandaag toucheren de aandeelhouders van RD Shell en Unilever weer hun driemaandelijkse dividend en lijkt veel van de onrust aan hen voorbij te gaan. U merkt dat ik nog steeds enthousiast blijf over die oerdegelijke multinationals en dat ik afwacht om te zien uit welk sherryvat de Spanjaarden gaan tappen.