De uraniumprijs is fors de hoogte in geschoten. Wat is er aan de hand? En welke beleggingsmogelijkheden zijn er?
Sinds begin 2021 schommelde de uraniumprijs aanhoudend rond $30, maar de voorbije weken schoot de prijs van de kernbrandstof fors de hoogte in naar het hoogste niveau in meer dan zes jaar.
De timing van het symposium van de World Nuclear Association (8 tot 10 september) kon haast niet beter zijn!
De prijshausse in uranium is al een hele tijd aan het broeden. Daarom zette ik de grondstof eind december ook op mijn favorietenlijstje voor 2021.
Mijnen vrijwillig op non-actief
Verschillende aanbieders houden al een tijdje uranium van de markt door hun mijnen vrijwillig op non-actief te zetten. Dit komt omdat de prijs op de spot markt (levering op korte termijn) lager ligt dan de eigen totale productiekosten. Door zelf uranium te kopen, gaan de producenten in concurrentie met de uitbaters van kerncentrales. Dit doet de bestaande voorraden versneld dalen.
Daarnaast vinden ook steeds meer zuiver financiële partijen hun weg naar de sector door fysiek uranium op te kopen.
Sprott-vonk
Deze situatie is niet nieuw, maar wat is er dan gewijzigd dat het nu ineens wel hard gaat? Een haussemarkt komt meestal in een stroomversnelling terecht wanneer Wall Street er enkele honderden miljoenen dollars extra tegenaan gooit. Dit is exact wat Sprott Asset Management deed met de overname van Uranium Participation Corp. (UPC).
Het bedrijfsmodel van UPC was er op gericht om kernbrandstof onder de vorm van uraniumoxide (U3O8 en UF6) te kopen en winst te maken door prijsstijgingen. Voor investeerders was het een soort fysieke tracker, zonder het operationele risico van mijnbedrijven.
UPC was in theorie dan wel een interessant investeringsvehikel voor uranium, in de praktijk hielden verschillende elementen institutionele investeerders tegen om posities in UPC te nemen: het belastingstatuut, de kostenstructuur, het beheer door Denison Mines en het feit dat het aandeel op een Canadese beurs noteerde met een lage nominale koers. Met de creatie van de Sprott Uranium Trust (SPUT) wordt aan de meeste van die bezwaren tegemoet gekomen.
De interesse van Sprott Assett Management komt niet uit de lucht vallen. In 2005 was Kevin Barlough, op dat moment een directeur bij Sprott, al de oprichter van UPC. Sprott heeft ook vier fysieke bullion trusts in het aanbod (goud, zilver, platina en palladium), met een gezamenlijke waarde van meer dan 13 miljard dollar. Deze haalden sinds begin vorig jaar gezamenlijk meer dan $4 miljard op. Aan ervaring met dit soort producten is er dus geen gebrek.
SPUT streeft naar lagere kosten en een hogere liquiditeit en wil op relatief korte termijn een beursnotering in de Verenigde Staten krijgen. Momenteel wordt SPUT zowel in Canadese (tickersymbool U-UN) als in Amerikaanse dollar (U-U) verhandeld op de Toronto Stock Exchange (ISIN: CA85210A1049). Sprott bericht elke handelsdag over de hoeveelheid uranium in portefeuille van de trust. Op het moment van schrijven gaat het om 24,1 miljoen pond.
SPUT haalde vorige maand 300 miljoen dollar op via een zogenaamde ‘at the market’ uitgifte die toelaat om op dagbasis nieuwe deelbewijzen van de trust uit te geven. Bij elke nieuwe uitgifte wordt automatisch fysiek uranium gekocht. Naarmate er meer investeringsgeld naar de uraniumsector en SPUT vloeit, wat de verwachting is, moet Sprott meer fysiek uranium kopen.
Fundamenteel gezond
De interesse van het grootkapitaal in de uraniummarkt komt niet uit de lucht vallen. Het primaire aanbod (uit mijnproductie) ligt al jaren lager dan de vraag. Hij verschil wordt bijgepast door te putten uit bestaande voorraden en gerecycleerd uranium. Alleen moet er jaar na jaar meer worden bijgepast, waardoor het deficit blijft toenemen.
Vorig jaar bedroeg de globale uraniumproductie 123 miljoen pond. Daar stond een totale vraag van 180 miljoen pond tegenover. Op dit moment staan de 443 actieve nucleaire reactoren in voor ongeveer 10% van de globale elektriciteitsproductie.
UxConsulting rekende voor dat de doelstelling van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) om de globale opwarming van de atmosfeer te beperken tot 1,5 graad slechts kan worden gehaald als de uraniumproductie verdubbelt en de plaats van fossiele brandstoffen inneemt.
Van de 57 reactoren in aanbouw bevindt het merendeel zich in Azië (China, India en Zuid-Korea). Verschillende landen onderzoeken de bouw van zogenaamde Small Modular Reactors (SMR) waarvan de investeringskosten veel lager liggen dan bij de conventionele reactoren.
Te laat?
De klim van de uraniumprijs zet pas de laatste weken door, maar de meeste aandelen uit de sector zitten al sinds eind vorig jaar in de lift. Ik schrijf niet voor het eerst over uranium en heb begin vorig jaar al gewezen op het grote potentieel van uranium voor investeerders. Er was dus ruim voldoende tijd om posities in te nemen.
Dit neemt niet weg dat er veel vragen komen of het nog niet te laat is om uranium of gerelateerde aandelen te kopen. Daarom is het interessant om een vergelijking te maken met de prijsevolutie tijdens de vorige haussemarkt. Die vond plaats van 2005 tot 2008 en startte, al dan niet toevallig, met de oprichting van de Uranium Participation Corp (de voorganger van SPUT), die fysiek uranium van de markt haalde.
Zo verliep de vorige hausse
De hausse startte op $35 en bracht de prijs voor een pond kernbrandstof tot een speculatieve top van bijna $140. De uitbraak van de wereldwijde financiële crisis maakte een einde aan de stierenmarkt voor uranium, maar het ergste moest toen nog komen. In 2011 stortte het nucleair incident in Fukushima de uraniumprijs in een berenmarkt die meer dan tien jaar zou duren.
We zitten nu in de eerste fase van een nieuwe stierenmarkt. Er is geen enkele garantie dat deze ons weer naar $140 brengt. De top in de huidige cyclus kan lager liggen, maar even goed ook hoger.
Prijs moet fors stijgen om nieuwe productie weer rendabel te maken
Feit is dat ook in een haussemarkt de prijzen niet in één rechte lijn naar omhoog gaan. Zeker is dat de prijzen vanaf het huidige niveau een stuk hoger moeten om nieuwe productie weer rendabel te maken. En dit is nodig, want er werd het voorbije decennium nauwelijks geïnvesteerd in exploratie en nieuwe productiecapaciteit.
De vrees dat hogere prijzen gepaard zullen gaan met een flinke stijging van de output is daarom voorbarig. Daarvoor zijn de prijzen nog lang niet hoog genoeg.
Klein risico op overcapaciteit
Bovendien duurt het enkele maanden om mijnen die in ‘care & maintenance’-status zijn weer op kruissnelheid te krijgen. Wanneer er uiteindelijk toch nieuwe productie zou komen, dan zal deze niet ineens op de spot markt terecht komen.
Bedrijven die zich nu op de spot market bevoorraden om aan hun contractuele leveringsverplichtingen te doen, zullen dit blijven doen zolang de prijs op de spot market lager ligt dan hun interne totale productiekosten. Gekoppeld aan de toegenomen investeringsvraag is het risico op overcapaciteit alvast op korte termijn klein.
Investeringsmogelijkheden
Naast SPUT en YellowCake, dat een gelijkaardig bedrijfsmodel hanteert, zijn er ook diverse beursgenoteerde bedrijven in de uraniumindustrie actief.
Zoals steeds het geval is in de mijnbouwsector wordt het risico groter naarmate de activiteiten verschuiven van productie over ontwikkeling van een bestaand actief tot exploratie. De keuze hangt daarbij volledig af van het risicoprofiel van de individuele belegger.
ETF's
Er valt daarom iets te zeggen voor een gespreide investering over een aantal individuele bedrijven. Wie spreiding zegt, denk in de eerste plaats aan een ETF of tracker. Alleen hang je dan vast aan een specifieke samenstelling die door de uitgever van de onderliggende index wordt bepaald en kun je een bepaald aandeel niet onder- of overwegen.
Bovendien zijn de meeste Amerikaanse ETF’s niet langer te koop voor Nederlandse beleggers.
Stockpicks
Het is uiteraard wel mogelijk om individuele aandelen te kopen. Binnen de indexen van uraniumaandelen krijgt Cameco meestal het grootste gewicht toebedeeld. De Canadese uraniumproducent bezit diverse mijnen waarvan er op dit moment maar één operationeel is en beschikt ook over aanzienlijke reserves.
Cameco heeft daarnaast nog een eigen raffinage en verwerkingsafdeling. De groep is netto schuldenvrij en heeft nog een hoge vordering op de Canadese belastingdienst. Cameco zag de voorbije kwartalen het aantal nieuwe orders gestaag aantrekken en maakte gewag van hogere volumes op de contractmarkt.
Andere bedrijven die deel uitmaken van uraniumindexen zijn onder andere Energy Fuels, Nexgen Energy, Paladin Energy en Ur-Energy. De grootste concentratie exploratiebedrijven bevindt zich op de Toronto Stock Exchange (Canada) en op de Australian Stock Exchange. Sommige Canadese uraniumbedrijven hebben ook een notering op de Amerikaanse OTC-beurs.