Recent bracht de IEA (het Internationaal Energie Agentschap) de nieuwe jaarlijkse update van de World Energy Outlook uit. Dit keer ligt de nadruk niet alleen op de lange termijn, maar is de meest prangende vraag: hoe snel komen we uit de huidige coronacrisis?
Leiden vaccins, betere behandelmethoden en effectiever tegengaan van de verspreiding van het virus tot een snel herstel, waarbij de economische activiteit over een of twee jaar al weer het niveau van voor de crisis bereikt? Of zijn de hoge overheidsschulden die nu worden aangegaan en de grote problemen die sectoren als horeca, toerisme, energie en transport nu hebben de inleiding tot een veel langduriger crisis, misschien wel net zo erg als die van de jaren 30 van de vorige eeuw?
Een overaanbod van LNG
Voor de vraag naar energie, en dus voor de vooruitzichten van olie- en gasbedrijven, maakt het veel uit of we volgend jaar een snel herstel zullen zien of het begin van een langdurige crisis. In het eerste geval zien we in 2022 of 2023 de olievraag alweer het niveau van voor de crisis bereiken en zijn krappe oliemarkten een reëel scenario. Tenslotte hebben we dan een tijd van lage investeringen in nieuwe olieproductie achter de rug.
In het andere geval zijn olie-industrie en OPEC nog langere tijd bezig met het managen van een overaanbod. Daarbij ziet de situatie voor olie er beter uit dan die voor gas. Voor olie was er een redelijk evenwicht tussen vraag en aanbod op het moment dat we de crisis ingingen en was 2019 een jaar van gemiddelde prijzen.
Voor gas en LNG (vloeibaar gas) was er al een overaanbod in 2019, voor het begin van de crisis. Dat overaanbod lijkt, ook bij snel economisch herstel, minstens aan te kunnen houden tot 2025. Er zijn in 2018 en 2019 nog veel nieuwe LNG-projecten opgezet die komende jaren opgeleverd zullen worden. Als de bouw eenmaal goed op weg is, worden dat soort projecten niet meer afgeblazen.
Olieprijzen in rustiger vaarwater
Na al het vuurwerk eerder dit jaar, met kortdurend zelfs een negatieve olieprijs, is het al maanden lang heel rustig op de oliemarkten. De prijs per vat komt niet ver van de 40 dollar af. Vraag en aanbod zijn behoorlijk in evenwicht. De lagere vraag wordt nu gecompenseerd (eigenlijk zelfs iets meer dan dat) door een lagere OPEC- en schalieolieproductie. Er hangen nog steeds relatief hoge voorraden boven de markt, maar er is een begin gemaakt met het verminderen hiervan.
Voorlopig zal dat naar mijn inschatting zo blijven. Prijzen worden nu vooral bepaald door hoe de vraag zich ontwikkelt en in welke mate OPEC-landen zich aan de afgesproken verminderingen van de productie blijven houden. Voor OPEC, lees Saoedi-Arabië en Rusland, lijkt de huidige 40 dollar vooralsnog een aanvaardbare middenweg. Een lagere prijs doet de inkomsten van OPEC-landen en Rusland te veel pijn. Bij een hogere prijs wordt er te veel marktaandeel verloren aan andere producenten. Eind november is er weer een OPEC-vergadering en men lijkt aan te sturen op productieverminderingen dichtbij of op het huidige niveau.
De Europese gasprijs heeft zich nu enigszins hersteld van de record-lage gasprijzen deze zomer. Gazprom heeft de uitvoer van Russisch gas al sinds het begin van de coronacrisis teruggeschroefd. Deze zomer heeft de helft van de LNG-fabrieken in de VS stilgelegen. Zelfs in Nederland werd de gasproductie verminderd toen de prijs onder de operationele kosten dook. Kortom: de markt werkt. Een Europese gasprijs onder de 4 $/mmbtu is net zomin duurzaam als een olieprijs onder de 25 dollar. Voor een meer gedetailleerde discussie van olie- en gasprijzen: zie de ABN Amro Energiemonitor van Hans van Cleef (uitstekende informatie die niet achter een betaalmuur zit).
De grote oliebedrijven worstelen met coronacrisis én energietransitie
Na een snelle opleving in april zijn de aandelenkoersen van bedrijven als Shell de laatste 6 maanden geleidelijkaan steeds verder naar beneden gegaan. De cijfers over het derde kwartaal komen er nu aan. Aan de olieproductie zal meer verdiend zijn dan in het tweede kwartaal, maar de marges op raffinage waren bijzonder laag.
BP presenteerde in augustus een nieuwe strategie met grote ambities om te groeien in offshore wind en de verwachting dat het bedrijf in 2030 zo’n 40% minder olie en gas zal produceren. Dat laatste is ook een reflectie van de financiële situatie waarin het bedrijf verkeert. Het heeft van de grote oliebedrijven de hoogste schuld en daarmee ook de hoogste kosten van financiering. Zo goed als de nieuwe strategie werd ontvangen door de internationale pers, zo gereserveerd waren beleggers. Sinds de aankondiging van de nieuwe strategie daalde het aandeel met bijna 30% (beduidend meer dan Total of Shell deden in deze periode).
Total legde bij de strategiedag eind september veel meer de nadruk op potentiële krapte op de oliemarkten na de coronacrisis. Terwijl het bedrijf niet minder investeert in renewables dan BP hoort men hier geen verwachting om op korte termijn substantieel minder olie en gas te gaan produceren.
ExxonMobil kondigde afgelopen dagen in een interne brief een groot aantal ontslagen aan. Investeringen worden nu teruggebracht; later dan bij andere bedrijven. Het dividend valt naar mijn inschatting niet op het huidige niveau te handhaven, al zal een verlaging waarschijnlijk eerder bij de jaarcijfers dan bij de aankomende cijfers van het derde kwartaal worden aangekondigd. Daarmee laten naar mijn inschatting alleen Chevron en Total, de financieel krachtigste majors, het dividend onveranderd.
Onduidelijkheid over de strategie van Shell
Shell laat zich tot nu toe niet echt in de kaart kijken over een op handen zijnde verandering in strategie. Het wachten blijft op de strategiedag februari volgend jaar. Investeerders worden wel ongeduldig. In de Engelse financiële pers verschijnen met enige regelmaat wat korzelige stukjes over de gebrekkige communicatie van Shell. Een nieuwe strategie is er nog niet; hardop uitspreken dat er ook interessante mogelijkheden zijn in olie en gas na de huidige crisis, zoals Total dat doet, lijkt men ook niet aan te durven. Soms lijkt het alsof het bedrijf een beetje de weg kwijt is.
Voor alle majors deden de aandelenkoersen koersen het slecht, maar voor Shell was dat de afgelopen 3 jaar wel het meest het geval. Het dividendrendement benadert nu weer het niveau van voor de coronacrisis. Terwijl op de lange termijn Total mijn favoriete aandeel blijft in deze sector, kan Shell op het huidige koersniveau interessant zijn - als men althans uitgaat van snel herstel na de coronacrisis.
In de Amerikaanse olie-industrie waren er de afgelopen weken een aantal overnames. Daarbij viel op hoe laag de overnamepremies nu zijn. Het is een kopersmarkt waarbij de kopers zich speciaal richten op bedrijven met lage break even-kosten. Niemand kan het dieptepunt van de markt precies voorspellen maar men lijkt er daar vanuit te gaan, terecht of onterecht, dat het dieptepunt nu nabij is.

Voor meer info: zie ook de nieuwe podcast van Jilles van den Beukel met energiedeskundige Remco de Boer op Studio Energie.