Thuis krijgt u aardgas geleverd en betaalt u een aantal cent per kubieke meter. In de Verenigde Staten denken, rekenen en werken ze echter in kubieke voet. En ook ondergrondse reserves worden vaak in (miljard) kubieke voet uitgedrukt.
In de groothandelsmarkten wordt gas anders geprijsd dan op detailhandelsniveau. Hoe dan? Wel, dat hangt er vanaf:
- in continentaal Europa, waaronder Nederland, wordt gas geprijsd in euro per megawattuur
- in Groot-Brittannië in pence per therm
- in de Verenigde Staten in dollar per (miljoen) BTU (British thermal unit)
Feitelijk verwijs ik in dit geval naar pijplijngas. Vloeibaar gas (LNG) dat per schip wordt getransporteerd - en ook door Nederland wordt geïmporteerd via een terminal in Rotterdam - wordt vervolgens geprijsd in dollar per miljoen BTU. Dit laatste betreft dus een mondiale toepassing.
HH, NBP en TTF
In de groothandelsmarkt worden diverse gasmarkten aangeduid met opmerkelijke terminology. Eigenlijk zijn dit niets anders dan afkortingen:
- HH (Henry Hub): de Amerikaanse gashub, die min of meer staat voor de gasmarkt in de Verenigde Staten.
- NBP (National Balancing Point): de Engelse gasmarkt.
- TTF (Title Transfer Facility): de Nederlandse gasmarkt.
- ZEE (Zeebrugge): de Belgische gashub.
- NCG (Net Connect Germany): de Duitse gasmarkt.
- CEGH (Central European Gas Hub): Baumgarten in Oostenrijk, waar de Russische gaspijpleiding (via Oekraïne) binnenkomt.
De Amerikaanse en Engelse gasmarkten waren de eerste die rond de aanvang van dit millennium geliberaliseerd werden, en daarom werd daar als eerste liquiditeit ontwikkeld. Maar de laatste jaren is de Nederlandse gasmarkt de Engelse voorbij gestreefd in marktactiviteit.
De Nederlandse gasmarkt (TTF) is daarmee de benchmark voor de andere Europese landen. TTF heeft als voordeel ten opzichte van NBP dat er geprijsd wordt in euro’s in plaats van ponden, en dat pleziert andere Europese landen.
Olieformules
De geschiedenisles gaat verder, namelijk als volgt. Toen meer dan een halve eeuw aardgas niet langer werd gezien als een bijproduct van olie (en dus werd afgefakkeld), maar werd gecommercialiseerd, vroeg men zich af hoe gas te beprijzen.
Destijds waren er geen gasmarkten, laat staan ontwikkelde gasmarkten. Daarom zijn toen initiatieven ontplooid om gas te beprijzen op basis van de olieprijs, middels bepaalde formules. In deze formules is veelal de dieselprijs opgenomen als component, net als de stookolieprijs.
Sinds deze olie-indexering is de gasprijs dus afhankelijk geweest van de olieprijs. Dus gasconsumenten die gas als kostenpost beschouwen zijn dus eigenlijk blootgesteld aan een stijging van de olieprijs.
Immers, zodra de prijs van genoemde raffinageproducten stijgt, dan neemt de prijs van aardgasleveranties toe. Dit maakt dat de gasprijs goeddeels wordt gedreven door de olieprijs. En dit zorgt ervoor dat de gasmarkt wordt gedreven door de fundamentele drijvende krachten van olie.
Dat betekent dat beslissingen van OPEC ook met uiterst veel aandacht worden beschouwd door partijen in de gasmarkt.
Hedging en liquiditeit
Tevens hebben de olieformules invloed op hedgingstrategieën van marktpartijen. Grootverbruikers van aardgas (zoals sommige industriële bedrijven) wensen zich in te dekken tegen prijsstijgingen van gas en kunnen dus de gasmarkt betreden om een termijncontract aan te schaffen.
Echter, aangezien de gasprijs op veel gasmarkten wordt bepaald door de olieprijs, kan menig gasconsument zich indekken middels het kopen van oliecontracten.
Bovendien ontbreekt het op veel gasmarkten aan liquiditeit dus zijn gasconsumenten feitenlijk ook gedwongen om zich in te dekken op genoemde alternatieve wijze. De oliemarkt biedt voor hen gelukkig soelaas. Eén en ander drijft de liquiditeit in de oliemarkt tot grotere hoogten.
De laatste jaren echter, is op een aantal gasmarkten inmiddels de liquiditeit aanzienlijk, zodat gas in desbetreffende markten niet langer geprijsd wordt middels olie-indexering. Het Nederlandse TTF is daarvan - op dit moment - één van de weinig goede voorbeelden.
Dit betekent vervolgens dat hedging plaatsvindt in de gasmarkt zelf. En dit leidt vervolgens weer tot een hogere liquiditet op Neerlands hub.
En zo is de cirkel rond.