Naar aanleiding van Energiederivaten zijn geen aandelenderivaten ontving ik reacties uit diverse hoeken, met als rode draad: “Leuk die energie-CFD’s maar wat kan ik er eigenlijk mee?” Daar zoom ik nu verder op in.
In de eerste plaats kan een financieel product als instrument worden gebruikt voor het afdekken van prijsrisico betreffende het fysieke product (hedging).
Voorbeeld: Een aluminiumfabrikant is een grote energieslurper; aluminiumsmelten is een energie-intensief proces. Het bedrijf zal met zijn energieleverancier een contract afsluiten voor fysieke levering van elektra, om zodoende te garanderen dat hij de beschikking krijgt over voldoende elektriciteit om zijn aluminium te smelten. Daarnaast zal de onderneming met diens bauxietleverancier een leveringscontact afsluiten, opdat de levering van voldoende grondstof is gewaarborgd.
Fysieke levering en cash settlement
In bovenstaand voorbeeld is de levering weliswaar geborgd, maar de fabrikant heeft de prijs nog niet per se vastgelegd. De metaalgigant kan natuurlijk op voorhand langetermijnprijsafspraken maken met zijn leveranciers, maar zolang hij nog geen eindproduct heeft verkocht loopt de firma een prijsrisico.
Menig onderneming in de grondstoffensector zal in praktijk doorgaans contracten met zijn leveranciers maken met een flexibele prijs tegen bijvoorbeeld de prijs op de te zijner tijd geldende spotmarkten (referentieprijs; spot-indexering).
Daarna begint het verkoopproces. Stel dat de accountmanager van de aluminiumfabrikant op pad gaat en een mooie order weet te scoren tegen een vaste prijs. Om de winstmarge van de verkooporder vast te leggen zal de fabrikant nu dus de prijs van het aluminium vastleggen middels een separaat financieel contract (met andere woorden: afwikkeling in contracten, dus geen fysieke levering).
Let wel: Aluminium wordt verhandeld in Amerikaanse dollars. Daarom moeten ook nog euro’s verkocht worden en dollars gekocht. Ook dit zal worden gedaan via een financieel contract.
Als gevolg van bovenstaande koopt de fabrikant nu zogenoemde power-CFD’s (contracts for difference betreffende elektriciteit). Hiermee zijn in dit vereenvoudigde voorbeeld de grootste prijsrisico’s afgedekt (gehedged) en is de winstmarge veiliggesteld.
Meer voorbeelden
Een ander voorbeeld betreft een kleine gasproducent, of een eigenaar van een park met windturbines. Zowel de gasmarkt als de elektriciteitsmarkt zijn zeer volatiele markten; de prijzen kunnen binnen korte tijd fors bewegen.
Bij een snel stijgende markt kan het voor de gasproducent - of de eigenaar van het windpark - interessant zijn om alvast de prijs vast te leggen voor (een gedeelte van) zijn verwachte productie (hedging).
Hij verkoopt dan één (of meerdere) CFD(’s). Vanaf dat moment zijn meerdere scenario’s mogelijk. Mocht de prijs weer dalen, dan kan hij op een lager niveau winst nemen door de CFD(‘s) terug te kopen. Overigens is de dekking dan verdwenen (de hedge is opgeheven).
Een alternatief voor het terugkopen van de CFD is deze shortpositie tot einddatum vast te houden, maar dan komt u terecht in de financiële afwikkeling ervan.
Voor beleggers
Uiteraard kunnen de energiecontracten (energy-CFD’s) ook in de portefeuille van een belegger een plaats krijgen. Gas en elektriciteit zijn producten die eigenlijk iedereen kent en gebruikt, wellicht nog meer dan aandelen of olie(producten).
De belegger (of speculant) heeft met deze - betrekkelijk nieuwe - financiële instrumenten dan ook een breder productenpallet tot zijn beschikking.
Toegang tot de groothandelsmarkt voor elektriciteitsproducten was tot voor kort alleen voorbehouden aan groothandelspartijen die lid zijn van een energiebeurs, zoals ICE of EEX. Echter, deze groothandelsmarkt is door de CFD’s nu toegankelijker voor een breder publiek.
De energiemarkt is hierdoor transparanter en volwassener geworden. Dit lijkt me een mooie stap voorwaarts.