Opkomende landen zijn bijna per definitie omgeven door politieke risico’s en voor de markten neemt onzekerheid vanuit deze hoek toe. Dat geldt nu zeker voor de BRICS: Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika.
Zij lijden onder verlammende corruptie en (of) autoritaire leiders die hun toevlucht zoeken in steeds zwaardere middelen om het volk rustig te houden.
Dat laatste zien we vooral in China en Rusland, waar de toch al geringe vrijheid steeds meer aan banden gelegd wordt, omdat respectievelijk Xi Jinping en Vladimir Poetin vrezen dat tegenvallende economische ontwikkelingen tot onrust leiden.
Samba of sof?
In Brazilië is dat allang het geval: de combinatie van lage groei en corruptie heeft geleid tot een afzettingsprocedure tegen president Dilma Rousseff en eind deze maand kan het al definitief gedaan zijn met haar presidentschap.
Interim-president Temer kan nog op steun van de markten rekenen – zie bijvoorbeeld de stijging van de Bovespa-index de afgelopen weken – maar hij blijft nauw verbonden met de discutabele politieke gevestigde orde en ik deel het enthousiasme over Temer minder.
De Olympische Spelen in Rio de Janeiro kunnen een belangrijke graadmeter zijn. Als die ondanks alle grote zorgen vooraf vlekkeloos verlopen, krijgt Temer meer lucht. Draaien ze uit op een zooitje, dan krijgt hij het waarschijnlijk moeilijk.
Voordeel van de twijfel
Wat betreft de andere twee BRICS-landen, Zuid-Afrika en India, daar zal de eerste blijven teleurstellen met Jacob Zuma aan het roer. Hij overleefde onlangs ternauwernood een impeachment-procedure en zolang hij het voor het zeggen heeft, moeten we niet al te hoge verwachtingen hebben van Zuid-Afrika.
De voor het ANC zeer teleurstellend verlopen lokale verkiezingen zullen voor meer politieke onrust zorgen.
India staat er wat beter voor. Onder premier Modi stoomt het enorme land aardig door. Er zijn wel problemen – onrust in een aantal deelstaten, spanningen met China, de nog altijd verlammende bureaucratie en de vrees dat Modi te veel de Hindoe-nationalistische kaart zal spelen – maar vooralsnog krijgt Modi het voordeel van de twijfel.
Hindernissen voor groei
Toch moet niet vergeten worden dat India kampt met een aantal hindernissen voor verdere groei die niet zo één-twee-drie genomen zijn. Zo bungelde het Indiase onderwijs geheel onderaan op de 74e plek bij de zogenoemde PISA-scores uit 2009.
Drie jaar later had India maar liefst een hele plek progressie geboekt. Die trage hervormingsgang is nog altijd tekenend voor het land. Zo kunnen rechtszaken decennia lopen voordat een uitspraak is gedaan en “Key services like policing, justice, electricity, roads, water supply and sanitation are pathetic,” volgens India-expert Swaminathan S. Anklesaria Aiyar.
Bovendien, van de parlementsleden die in 2014 zijn verkozen hadden 186 van hen een strafzaak tegen zich lopen.
In de lift
Onder Modi mag India een vriendelijker gezicht hebben opgezet tegenover de financiële markten – zie ook de deze maand gepresenteerde belastinghervorming – maar er is duidelijk nog heel veel mis met het land.
Zodanig dat het in de nabije toekomst zeker niet de stap maakt van middle income naar high income-land. Het huidige groeipad blijft waarschijnlijk intact, maar wonderen moeten we niet verwachten. Toch is van de vijf BRICS het algemene beeld voor India het best.
Dan hebben we nog de grondstoffenexporteurs. In een aantal belangrijke exportlanden in Afrika, is de politieke situatie recentelijk aanzienlijk verslechtert. Denk aan – naast Zuid-Afrika – Nigeria, Niger en Zuid-Soedan. Bovendien heeft Afrika’s grootste olieproducent, Angola, onenigheid met het IMF.
Risky boys will be risky boys
Een van de andere grote olie-exporteurs aan de andere kant van de Atlantische Oceaan – Venezuela – glijdt steeds verder af te midden van een politieke en economische crisis, waarbij president Maduro steeds radicaler wordt en er alles aan doet om op het pluche te kunnen blijven zitten of zeker te stellen dat een vertrouweling het overneemt.
Een uiteenlopend pallet aan crises teistert veel van de landen in de MSCI EM Index en er is weinig uitzicht op vooruitgang. Tegenover bijvoorbeeld positief nieuws over een naderende vredesovereenkomst tussen de FARC-rebellen en de regering in Colombia staan onder andere:
- de onrust in Turkije
- wankele politieke stabiliteit in Brazilië
- blijvende zorgen over de gigantische kredietbubbel in China
- politiek geweld en corruptieschandalen in Mexico die de positie van president Pena Nieto ondermijnen
Beleggers in opkomende markten zijn wel wat gewend, maar het is wel erg veel tegelijk en er zijn te weinig voortekenen die wijzen op significante verbetering. De mislukte coup in Turkije en de daaropvolgende zuiveringen waren in elk geval weer eens een ruwe herinnering aan beleggers en investeerders dat opkomende landen nog altijd extra politieke risico’s met zich meebrengen.