Zoals u weet zijn opties rechten. Beter gezegd, een optiecontract is een afspraak tussen twee partijen, waarbij de één een recht heeft en de ander (tegenpartij) een plicht. Rechthebbende is de koper, plichthebbende is de schrijver van het contract.
Om deze verplichting na te kunnen komen en deze min of meer te kunnen garanderen,
is de schrijver van opties verplicht om een borgstorting te doen: margin:
Initial margin,Variation margin.
Initial margin verwijst naar de borg die moet worden gestort bij het aangaan van de transactie. Variation margin is eigenlijk een soort van bijstorting, zodra de optie een hogere waarde krijgt.
Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn zodra er een call is geschreven en de koers van de onderliggende waarde oploopt. Laat ik dit illustreren aan de hand van een voorbeeld met een aandeel.
Borg
Stel, u hebt een call
Royal Dutch Shell december 2006 29 euro geschreven toen het aandeel op
25 euro stond. Destijds ontving u daarvoor bijvoorbeeld 0,25 euro. Intussen
is de koers opgelopen tot 28 euro en is de waarde van de call gestegen naar
0,70 euro. De uitoefenprijs is nog steeds hoger dan de beurskoers.
Daarom heeft de call Royal Dutch Shell nog steeds geen intrinsieke waarde
en is out-of-the-money. De kans dat de call intrinsieke waarde krijgt
is nu alleen een stuk groter, dan toen de koers enkele weken geleden nog op
25,00 euro stond. Omdat die kans is toegenomen heef de optie een hogere waarde
verkregen.
Dit lijkt me begrijpelijk, een koper is ten slotte bereid om meer te betalen voor een optie die een grotere kans maakt op werkelijke waarde op expiratie. Ter compensatie moet de borgstorting daarom meelopen met die kansberekening en ook met de hoogte van het bedrag (eindwaarde) waarop wordt gerekend.
Verschillende margins
Margin-berekeningen werden vroeger door de beurs bepaald. Tegenwoordig is
voor u als particuliere belegger uw broker verantwoordelijk hiervoor. Dit
betekent dat Binck een andere
margin kan berekenen dan Alex, ABN
Amro, of wie dan ook. Beursbedrijf Euronext
geeft echter nog wel tot 1 juli 2007 indicaties:
AEX (week-)opties:
7,5%,
Een aantal aandelen, waaronder Royal
Dutch Shell, Heineken,
Unilever en
Numico: 7,5%,
De 10%-groep is het grootst en bevat bijvoorbeeld KPN,
CSM, Ahold
en ING,
Voor Corus,
Hagemeyer
en Van der Moolen
geldt 20%.
Dit is terug te voeren op de bewegelijkheid van de onderliggende waarden.
Daarom is er in deze fondsen volgens waarschijnlijkheidsberekeningen meer
kans voor ogenschijnlijk waardeloze opties om toch nog in-the-money te
geraken. Uiteraard geldt voor deze fondsen dat een deep-in-the-money
optie zomaar alle waarde kan verliezen.
Voor dollar-euro (DEX) en euro-dollar (EDX) opties wordt gewerkt met een
richtlijn van 2,5%, omdat die doorgaans ook minder bewegen. De Forex-handel
is minder volatiel dan de wereld van de aandelen. Alleen al omdat er sprake
is van handel van 24 uur per dag en zeven dagen per week ontstaan er nooit
gaten in de koersgrafieken.
Bovendien hoeft u niet bang te zijn voor boekhoudschandalen, kwartaalcijfers en dividenduitkeringen. Misschien wat rustgevender...
Jerry de Leeuw is optietrader op Euronext.Liffe en financial coach van Mercurious. Zijn posities kunnen elk moment veranderen. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie is welkom op
deleeuw@iex.nl.