Obligatiegrootheid Michael Hasenstab, onder meer verantwoordelijk voor het Templeton Global Total Return, luidde eind februari de bodembel voor schuldpapier uit opkomende markten, ook wel bekend als emerging markets debt (EMD).
Volgens hem waren deze obligaties te hard gecorrigeerd op de gedaalde olieprijzen en de wat mindere groei van de wereldeconomie. Hasenstab toen:
"De opkomende obligatiemarkten prijzen inmiddels een situatie in die erger is dan tijdens het uitbreken van de financiële crisis in 2008, en die zelfs erger is dan tijdens de Azië-crisis in 1997 en 1998. In werkelijkheid zijn de meeste opkomende landen er nu veel beter aan toe dan toen. Ze beschikken tegenwoordig over meer financiële reserves en beter gediversifieerde economieën."
Veel te goedkoop
Ofwel, volgens Hasenstab waren obligaties uit de opkomende wereld veel te goedkoop. Hasenstab staat niet alleen in deze mening. Ook Simon Fasdal, hoofd fixed income van Saxo Bank, ziet de obligatiekansen vooral in de opkomende markten liggen.
Want terwijl de Europese rentes volgens Fasdal gevaarlijk laag liggen – “De markt van Europese staatsobligaties is buitengewoon kwetsbaar” – geven obligaties uit de opkomende markten hoge rentes. Het verschil tussen een Amerikaanse tienjarige staatsobligatie en een gemiddelde tienjarige uit de opkomende wereld is inmiddels opgelopen tot 4,6%. Het verschil met de Duitse tienjarige, de Bund, bedraagt maar liefst 6,3%.
De conclusie van Fasdal: “De risicopremie is nog altijd veel te hoog.” Volgens Fasdal profiteren de opkomende markten van de zwakkere dollar, die, als het aan de Fed ligt, nog wel eventjes zwak zal blijven. De marktzorgen over China deelt hij niet.
"Ja, het land groeit inmiddels minder hard, maar dat past helemaal bij de economische ontwikkeling die het land doormaakt. Bovendien, China groeit nog altijd veel harder dan wij." Nee, China gaat volgens Fasdal allesbehalve hard landen.
Verdomhoekje
Zijn er dan geen redenen te bedenken waardoor de opkomende markten zich in het verdomhoekje ophouden. Jawel. De opkomende markten hebben last van de wereldwijde groeivertraging. Daarnaast doet ook de lage prijs van olie en andere grondstoffen veel opkomende markten pijn.
De economieën van grote landen als Rusland, Brazilië en Zuid-Afrika zijn zwaar afhankelijk van de grondstoffenmarkt. Fasdal: “Een land als Rusland kan de huidige lage olieprijs nu nog prima aan, maar als de prijs over drie jaar nog altijd zo laag staat, dan verkeert het land in de problemen.”
Beleggingsmogelijkheden
Beleggen in EMD is iets voor professionele beleggers. De obligatiekeuze is immers enorm: tussen bedrijfs- en staatsobligaties, tussen schuld in harde en in lokale valuta’s. Het aantal landen dat zich opkomend mag noemen is groot. Een particulier is aangewezen op een fonds of een ETF (indextracker).
Ik beoordeel vier fondsen. Alle hebben een trackrecord van minstens tien jaar en alle zijn ook in euro’s genoteerd. Het betreft:
- Morgan Stanley Investment Funds Emerging Markets debt Fund
- NN Emerging Markets Debt (hard currency)
- Pictet Global Emerging Debt
- Schroder International Selection Fund Emerging Markets Debt Absolute Return Rendement
Het EMD-fonds van Pictet heeft niet voor niets als enige het maximaal aantal sterren van Morningstar gekregen. Het fonds verslaat de concurrentie op de lange en middellange termijn en houdt zich op de korte termijn prima staande.
Opmerkelijk is het slechte rendement van het fonds van Schroder over het afgelopen jaar. Met absolute return in de naam belooft het fondshuis altijd positieve rendementen. Dat is duidelijk niet het geval.
Lange termijn (10 jaar)
- Morgan Stanley EMD: +6,3%
- NN EMD: +5,6%
- Pictet EMD: +7,0%
- Schroder EMD: +4,0%
Middellange termijn (5 jaar)
- Morgan Stanley EMD: +3,6%
- NN EMD: +5,3%
- Pictet EMD: +5,4%
- Schroder EMD: 5,1%
Korte termijn (1 jaar)
- Morgan Stanley EMD: -4,4%
- NN EMD: +2,1%
- Pictet EMD: +1,5%
- Schroder EMD: -4,2%
Dividend
Van de fondsen keert alleen NN jaarlijks dividend uit, ruim 4% om precies te zijn. Dat is vijf keer meer dan een spaarrekening doet.
- Morgan Stanley EMD: geen
- NN EMD: 4,28%
- Pictet EMD: geen
- Schroder EMD: geen
Kosten
De kosten van de vier fondsen liggen dicht bij elkaar. NN en Pictet blijven net onder de grens van 1%.
- Morgan Stanley EMD: 1,13%
- NN EMD: 0,90%
- Pictet EMD: 0,94%
- Schroder EMD: 1,23%
Risico
Een manier om het risico van een fonds te meten is door te kijken naar de koersbeweeglijkheid. Hoe hard beweegt een koers rond zijn gemiddelde? Dat wordt standaarddeviatie genoemd. Hoe hoger het getal, hoe groter de beweeglijkheid, dus risico.
Het fonds van Morgan Stanley is een negatieve uitschieter, dat van Pictet een positieve uitschieter.
Standaarddeviatie
- Morgan Stanley EMD: 10,07
- NN EMD: 7,54
- Pictet EMD: 5,92
- Schroder EMD: 7,86
Spreiding
Hoe meer onderliggende posities, hoe beter de spreiding. Ook nu weer komt Pictet het beste naar boven.
Aantal posities
- Morgan Stanley EMD: 118 obligaties en 1 aandeel
- NN EMD: 267
- Pictet EMD: 449
- Schroder EMD: 31
Conclusie
Het EMD-fonds van Pictet boekte van de vier het beste rendement tegen het minste risico. Een goede tweede is het EMD-fonds van NN dat zeker op korte termijn goed heeft gepresteerd. Dat het als enige dividend uitkeert en de goedkoopste is van het stel zijn pluspunten.