We boffen in Nederland met een instituut als het Centraal Planbureau. Neem het belastingplan. Wij, burgers van Nederland, zouden 5 miljard euro terugkrijgen via een flinke belastingverlaging. Het mooie is dat die belastingverlaging ook nog eens 35.000 banen oplevert.
Dat weten we omdat de CPB-rekenmeesters de verschillende variabelen in een economische blender stoppen en na goed mengen het resultaat verschijnt: 35.000 banen in dit geval.
Als andere partijen amendementen op het belastingplan willen indienen, zoals bijvoorbeeld het verhogen van de heffingkorting, zegt het CPB: "Jammer, dat kost dan weer 35.000 banen".
De gevolgen van beleid
Waarom vindt het CPB dat de heffingkorting banen kost? Omdat deze maatregel het inkomensverschil tussen werken en niet werken verkleind. Het CPB zegt namelijk dat de keuze om al dan niet te gaan werken gevoelig is voor financiële prikkels.
Het zijn mede deze absolute uitspraken over de gevolgen van beleid waar de Zweedse econome Katrine Marçal moeite mee heeft. In een interview met het FD gaf zij aan dat de economische wetenschap te veel uitgaat van de rationeel handelende mens.
In de economie handelen subjecten met mannelijke eigenschappen: rationeel en competitief. Vrouwelijke eigenschappen als emotie en het lichamelijke worden veronachtzaamd. Daardoor ontstaan problemen als ongelijkheid, achterstelling van vrouwen, een klasse van superrijken en wordt het milieu vergeten.
Onzinnige redenering
Als klap op de vuurpijl: een betere economische benadering zou zeepbellen en crises eerder hebben voorspeld. Dat is een nogal pretentieuze uitspraak. Mijn vaste lezers zullen niet verbaasd zijn dat ik de redenering van Marçal onzinnig vind
Ten eerste is rationaliteit niet de exacte, maar wel de beste benadering van het economisch handelen van de mens. Andere factoren, zoals emoties, spelen natuurlijk wel een rol maar zijn zeer lastig in algemeen geldende modellen te incorporeren.
Het probleem is niet zozeer dat de modellen die gebaseerd zijn op rationele handelen niet zouden kloppen, maar meer het absolutisme waarmee de uitkomsten van de modellen worden geïnterpreteerd. Dat kun je niet de economen, maar wel de politiek verwijten.
Dat er een te grote ongelijkheid zou zijn en dat het milieu wordt veronachtzaamd, is niet een boodschap die gericht moet zijn aan economen, maar veel meer aan de politiek.
Politieke elementen
Het lijkt er op dat kritische economen, die tekortkomingen zien in de huidige economische modellen, meer politieke elementen in de economie wensen. Dat lijkt mij geen goede weg.
In een reactie op het interview met Marçal schreven Arnold Heertje, welke econoom is niet opgegroeid met zijn Kern van de Economie, en Rolf Schöndorf dat haar aantijgingen jegens de economie onzinnig zijn. Volgens Heertje is het juist de politiek die de verkeerde keuzes maakt.
Tot zover ben ik het eens, maar Heertje geeft verder aan dat de economie klaar staat nieuwe wegen te wijzen als de politiek meer oog heeft voor een kwalitatieve ontwikkeling van de maatschappij. Ik ben benieuwd hoe Heertje dat voor zich ziet.
Maatschappelijke rendementen zijn niet in modellen te vangen en bovendien onmogelijk te meten. Je kunt kwalitatieve ontwikkeling hoogstens als politieke doelstelling benoemen. Daar is helemaal niets mis mee, maar vervuil de economie niet met politiek wensdenken.
Toepassing van big data
Afgelopen woensdag kwam Guus Berkhout met een interessante synthese tussen beide "kampen". Hij stelt dat de tijd van rationele economische modellen voorbij is, maar ook niet vervangen hoeft te worden door nieuwe modellen met onmeetbare softe aannames.
Nee, de oplossing zit in de toepassing van big data. Uit een grote hoeveelheid gegevens kan het gedrag van de economische mens worden gedestilleerd en kan daarop beleid worden gemaakt. Berkhout maakt een vergelijking met de natuurwetenschappen.
Voortdurend onderzoek en metingen laten stap voor stap "de werkelijkheid" zien. Het is een mooie benadering, maar de vergelijking met de natuurwetenschappen gaat niet op als het om de economische werkelijkheid gaat. Er bestaat namelijk niet zoiets als "de" economische werkelijkheid.
Economieles
Natuurlijk kan gedrag wel worden bestudeerd zoals het in het verleden heeft plaatsgevonden. Maar het is zeer de vraag of dat ook wat zegt over het gedrag in de toekomst. Anders dan in de natuurwetenschappen verandert de maatschappelijke werkelijkheid voortdurend.
Nog afgezien van het feit dat als de big data-modellen enigszins zouden kloppen, mensen aangepast gedrag kunnen gaan vertonen. Uiteindelijk wordt de werkelijkheid: dan alsnog niet benaderd. Maar mocht Berkhout toch gelijk hebben, dan ligt er een mooie taak voor de beleggingsindustrie.
In plaats van dure fundamentele analyses of lijntjes producerende technische analyses, zou de big data-analyse van de financiële markten over de afgelopen decennia tot de ultieme voorspelling voor de beurskoersen moeten komen. Daar kunnen we dan allemaal ons voordeel mee doen.
Big data als heilige graal voor de ultieme politieke doelstelling: iedereen rijk! Gelooft u het?