De goede performance van biotechbedrijven heeft er ook toe geleid dat er tussen 2013 en nu een record aan nieuw geld is opgehaald via beursintroducties in Europa en de Verenigde Staten.
Opvallend is dat de laatste tijd er meer en meer Europese biotechbedrijven een notering aan de Nasdaq als het hoogst haalbare zien. Het management van deze bedrijven roept vaak, ook ingefluisterd door de venture capital-investeerders die een beursgang als de meest ideale exit zien.
Een notering aan de Nasdaq zou ze toegang verschaffen tot de kwalitatief betere Amerikaanse investeerder. Deze felbegeerde medaille heeft echter wel een minder mooie kant.
Korte horizon
De Amerikaanse investeerder heeft misschien wel een beter inzicht in de biotechsector, maar aan de andere kant heeft diezelfde belegger ook een korte horizon en vaak geen relatie met bedrijven die buiten de Verenigde Staten actief zijn.
Ook de machtige en rijke Amerikaanse patiëntenverenigingen blijken vaak eerder de ontwikkelingen van nieuwe medicijnen uit eigen land te bejubelen en worden goede resultaten van buitenlandse bedrijven in deze sector ten onrechte op het konto geschoven van Amerikaanse bedrijven.
Een voorheen Nederlandse biotech Prosensa dat een middel tegen de ziekte van Duchenne in ontwikkeling had, kan daar over meepraten. De Amerikaanse concurrent Sarepta wordt door de Amerikaanse patiëntenverenigingen vaak genoemd als de leider in de ontwikkeling van een nieuw medicijn tegen de ziekte van Duchenne, terwijl Prosensa veruit de beste en meeste testresultaten liet zien.
Eigen aandelen eerst
Als niet-Amerikaanse biotech zal het management ook veel meer moeite moeten doen om voor het voetlicht te komen van deze zo gewilde Amerikaanse biotechinvesteerders. Op de Nasdaq staan honderden biotechbedrijven genoteerd waarbij Europese bedrijven veelal minder in de aandacht zijn.
Het gevaar bestaat dan dat de koers langzaam maar zeker afkalft of bij teleurstellend nieuws zelf volledig wordt afgehamerd. Diezelfde bejubelde Amerikaanse belegger heeft vaak een kortere horizon en is eerder geneigd om een investering te verkopen dan de doorsnee Europese belegger.
Daar komt bij dat een veel gehoord argument van Amerikaanse belegger is dat het voor hen belangrijk is als een Europees biotechbedrijf een aandeelhoudersbasis heeft in het land van herkomst.
Minder laatdunkend
Waarom zou een Amerikaan investeren in een Nederlands bedrijf als Nederlandse beleggers er zelf niet in investeren? Wat dat betreft zouden sommige CEO's van Nederlandse biotechs zich wat minder laatdunkend moeten uitlaten over de vaderlandse particuliere belegger.
Want voor de meeste van die bedrijven is het vooral de particuliere belegger die in het begin voor de broodnodige liquiditeit in deze aandelen hebben gezorgd.