Vaak wordt de beurs in twee groepen beleggers onderverdeeld; de beren (negatief op de markt) en de stieren (positief op de markt). Dit is natuurlijk een grove over-één-kam-methode, waardoor er wel eens wat interessante nuances verloren gaan.
Zo zijn er bijvoorbeeld ook beren die voor de korte termijn positief zijn over de beurs. Het hoe en waarom verschilt per keer, maar het is altijd interessant om te doorgranden wat ze ertoe brengt om er een contraire mening ten opzichte van hun eigen mening op na te houden. Zo is de bekende Charles Biderman van TrimTabs - een erkende beer - al een tijdje positief gestemd.
Voor ik zijn mening verder uit de doeken zal doen, is een klein overzicht van de gangbare waarderingstechniek voor aandelen op zijn plaats. Bij fundamenteel onderzoek zijn veel items van belang. Om er enkele te noemen:
- Zit er een goed management team en heeft dat ook zelf aandelen in het bedrijf?
- In wat voor markt zit het bedrijf? Groeimarkt? Volwassen markt?
- Zijn er hoge of juist lage toegangsbarrières naar deze markt?
- Waar ligt de macht? Bij de leveranciers, de klanten, de alternatieven, en zo verder. (5 Competitive forces of Porter)
- Hoe is de winstontwikkeling de afgelopen jaren? Waren er grote veranderingen, successen, fouten, en zo verder?
Discounted Cash Flow is géén glazen bol
Al deze data moet de aandelenanalist in een Discounted Cash Flow-model (DCF) proppen. In dat model moet de analist dus de verwachte omzet, kosten, uitgaven, afschrijvingen, reserveringen en zo verder schatten voor de komende tien jaar.
Dan is er ook nog een perpetuele schatting voor de periode ná tien jaar (zo moet een analist een eeuwige groeivoet van de omzet en kosten invullen, alsmede de rente waarmee verdisconteerd moet worden). Na dit gelezen te hebben zullen de meesten zeggen “dat kan toch niet, 10 jaar en verder in de toekomst kijken?”
Deze mensen hebben natuurlijk gelijk. Nu moet ik hierbij wel opmerken dat DCF totaal verkeerd gebruikt wordt door veel mensen in de financiële wereld (en daarbuiten). Een model, zoals DCF, laat zien waar de waardecreatie plaatsvindt, waar er ruimte ligt voor verbeteringen en de gevoeligheid voor het aandeel ten aanzien van bijvoorbeeld rentestanden.
Het is echter geen glazen bol. Helaas beschouwen veel investeerders de koersdoelen van analisten als leidend in koop- en verkoopbeslissingen, terwijl er bar weinig gekeken wordt naar het specifieke DCF-model voor de kennis die deze bevat.
De Biderman-methode
Maar dan Biderman, die impliceert dat je fundamentele research zo de prullenbak in kan gooien, want deze fundamentele factoren bepalen nauwelijks het prijsverloop van het desbetreffende aandeel. De beste man bekijkt de markt in de simpelste termen:de prijs van een aandeel wordt bepaald door vraag en aanbod.
Dat lijkt een enorme open deur, maar ligt toch iets genuanceerder. Biderman kijkt of het aanbod van aandelen toeneemt of afneemt en zet dat af tegen de hoeveelheid geld die deze aandelen najaagt. Zo ontstaat dus de situatie dat Biderman erg negatief is gestemd over de lange termijn, maar positief is op de korte termijn.
Zo zorgt, onder andere, QE (Quantitative Easing, zeg maar het opkopen van financiële instrumenten door centrale banken) voor meer geld dat aandelen najaagt. Anderzijds zorgen de enorme terugkoop van aandelen, overnames en QE er voor dat het aanbod van aandelen in de markt afneemt. Tezamen moet dit dus leiden tot hogere aandelenkoersen.
Een zogenaamde melt up (in plaats van een meltdown). Onlogisch is die aanpak zeer zeker niet. De moeilijkheid is echter het schatten wanneer de flow, dan wel de afname van het aantal aandelen, omkeert. Dat is het moment waarop de investeerder een groot gedeelte van zijn vermogen weer in rook kan zien opgaan.
Een slimme beer zit niet 100% short
Een mogelijke aanleiding die Biderman aandraagt voor zo’n ommekeer is het vertrouwen in de Fed. Mocht deze een deuk oplopen, dan is de kans groot dat het aandelenfeest een abrupt einde zal kennen. Dat zo’n grote correctie een keer gaat plaatsvinden, daar is Biderman in ieder geval van overtuigd.
Een beer zijn betekent dus niet per definitie dat iemand 100 procent short moet gaan zitten. De juiste spreiding over de verschillende activaklassen, markten en valuta is essentieel. Speculatief kan er gespeeld worden om wat extra rendement te scoren zonder een langetermijnpositie aan te gaan.
Ook kunnen er verzekeringen op de portefeuille worden afgesloten met behulp van onder andere allerlei hefboomproducten. Rotatie tussen de verschillende activaklassen is vaak een logischere zet dan alleen maar short gaan.
Kortom, beren houden dus niet alleen van die ene bittere smaak, alhoewel die wel het vaakst belicht wordt.