De nationale banken in Europa gaan een groot gedeelte van het stimuleringspakket van Mario Draghi, dat bestaat uit het opkopen van staatsobligaties, voor hun rekening nemen.
Het voordeel hiervan is dat de staatsobligaties niet op de balans van de ECB terechtkomen. Dit voorkomt dan weer grote verliezen wanneer een land de eurozone verlaat.
Een voorbeeld. Spanje verlaat de euro en gaat verder met de peseta. Dit betekent dat de Spaanse overheidsschuld geen notering meer heeft in euro’s, maar in peseta’s. De nationale centrale bank in Spanje heeft dan geen verlies. Zij maken immers ook de switch van euro’s naar peseta’s.
De kans is groot dat elke buitenlander die de Spaanse obligaties in bezit heeft, wel tegen een groot verlies aan kijkt. Dit verlies komt tot stand omdat als een zwakke broeder de eurozone verlaat, haar munt zeer waarschijnlijk als een baksteen naar beneden valt. De waarde van de obligatie, uitgedrukt in euro’s, daalt dan fors.
Rente zegt niets meer
Vroeger was de rente een thermometer die aangaf hoe de financiën van een land ervoor stond. Ging het niet goed in een land, dan wilden kapitaalbezitters minder geld uitlenen aan een land. De prijs van kapitaal, de rente, ging omhoog volgens het principe van vraag en aanbod.
De markt is door de ECB inmiddels overspoeld met liquiditeiten. Het is daardoor niet meer zichtbaar welk land er goed voorstaat en welk land niet. De zoektocht naar rendement heeft er voor gezorgd, dat zelfs dertigjarige Italiaanse staatsobligaties in trek zijn.
Dit betekent dat rente niet meer het juiste instrument is om te kijken wat de status van de eurocrisis is.
Een nauwelijks gevolgde indicator voor hoe het staat met de eurocrisis is Target2. Dit systeem regelt de onderlinge betalingen van de klanten van ruim duizend banken uit de eurozone. Dagelijks vinden transacties plaats ter grootte van 1900 miljard euro! Meer informatie ziet u in de video hieronder.
VIDEO
In een notendop: als een Spanjaard geld overmaakt naar een Nederlander, dan ziet de Nederlander dat meteen op zijn rekening verschijnen. Mocht de Spaanse bank van de betaler te weinig liquiditeiten hebben, dan kan het besluiten om het geld pas later over te maken naar de bank waar de Nederlander bankiert.
Banken werken met een balans die een veelvoud is van het eigen vermogen en dit soort constructies zorgt ervoor dat banken hun dagelijkse operaties beter kunnen sturen. Op de ene dag gaat er meer geld uit, dan betaalt de bank later en de volgende dag komt er meer geld binnen en is alles weer recht getrokken.
Het is niet zo dat als de Spaanse bank besluit om het geld later te sturen, dat een Nederlandse bank het geld niet krijgt.
het geld voor een Nederlandse bank komt via een voorschot van de Nederlandse centrale bank
de Nederlandse centrale bank krijgt vervolgens weer een vordering op de Spaanse centrale bank
de Spaanse centrale bank heeft op haar beurt weer een vordering op de Spaanse bank van de betaler
Het interessante van deze constructie is dat het mogelijk is om te kijken of het Europese betalingsverkeer stokt en waar de problemen zitten. In de volgende grafiek is te zien welke centrale banken nog geld tegoed hebben en welke centrale banken nog geld moeten betalen.
Klik op de grafiek voor een grote versie
In deze grafiek is duidelijk te zien dat Duitsland nog wacht op ongeveer 500 miljard euro vanuit de rest van Europa. Griekenland is duidelijk geen probleem. De enige reden dat de oplossing van het Griekse probleem zo lang duurt is de precedentwerking die een Griekse oplossing heeft voor de Spanjaarden en de Italianen.
Gisteravond was ik bij een economendebat. Ik heb aan een aantal mensen gevraagd hoe zij tegen Target2 aan kijken. Niemand kende het. Ik vind het onbegrijpelijk omdat Target2 een interessante indicator is om te kijken hoe het met de eurocrisis gaat.