Vroeger concurreerde Robeco NV – het oudste beleggingsfonds van Nederland vooral met Obam, het op één na oudste fonds van Nederland. Beide fondsen hebben al lang de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en zijn alleen om die reden al pareltjes van de Nederlandse vermogensbeheerindustrie.
Robeco NV gold decennia lang als de prudente huisvader, terwijl Obam (eerst gewoon Obam, later Fortis Obam en nu BNP Paribas Obam) de cowboy van de twee was. En met de cowboy ging het, nadat hij in eigen voet schoot, sinds 2009 hard bergaf.
Maar, Robeco NV heeft inmiddels een nieuwe concurrent en die komt uit eigen keuken, want het Rotterdamse vlaggenschip heeft volop concurrentie van een eveneens wereldwijd beleggend fonds van het eigen kantoor in Boston, Robeco BP Global Premium, een fonds dat ook marketingtechnisch op steun van de assetmanager Robeco mag rekenen.
Risk on – Risk off-fases
Beide Robeco-fondsen beleggen wereldwijd in large caps en hebben de blended-stijl, ofwel ze beleggen zowel in groei- als waardeaandelen. Zelfde speelveld, zelfde spelregels, zelfde merknaam. En dus komt het vooral aan op de kunde van Mark Glazener (Robeco NV) en Christopher Hart (Robeco BP Global premium Equities).
Eerst maar eens de rendementen over de afgelopen vijf jaar:
|
Robeco NV |
Robeco BP Global Pr. Eq. |
2010 |
19,8% |
18,8% |
2011 |
-7,1% |
0,7% |
2012 |
13,9% |
14,4% |
2013 |
21,2% |
27,8% |
2014 |
10,5% |
11,2% |
In drie van de afgelopen vijf jaar ligt het rendement tamelijk dicht bij elkaar. In het redelijk uitbundige aandelenjaar 2013 liep de Amerikaanse variant wel duidelijk weg en dat is opvallend, want precies hetzelfde gebeurde in het moeizame tussenjaar 2011, toen het Rotterdamse fonds ruim 7% verloor en het fonds uit Boston er een miniem plusje uit wist te persen.
Dat tikt aan en wekt de indruk dat Robeco BP Global Premium Equities wellicht net iets beter mee kon (of durfde) te surfen op de eb en vloed-bewegingen van die jaren, toen niet zozeer aandelenkeuzes de rendementen bepaalden, maar de Risk on – Risk off-fases.
Daar zal zeker bij meespelen dat (volgens cijfers van Morningstar) het Rotterdamse fonds ruim tien keer zo groot is, wat koerswijzigingen lastig maakt. Een portefeuille van 3,5 miljard euro verandert minder snel van koers dan een fonds van 400 miljoen.
Meer dan vijf jaar
Een goede rendementsvergelijking heeft een langere tijdspanne nodig dan vijf jaar, die samen ook nog eens een volledige bullmarkt omvatten, maar dat is in dit geval lastig omdat Robeco BP Global Premium Equities in 2008 Hart als nieuwe beheerder aanstelde om schoon schip te maken. Wel kunnen we concluderen dat de performance sindsdien ronduit goed is.
De verschillen in de twee fondsen zitten ’m niet in de sectoren waar ze op inspelen – die zijn verwaarloosbaar. Het enige echt grote verschil zit in cyclische consumptiegoederen waar Glazener en zijn team 8% in steken, en Hart en zijn mannen het dubbele. Op zijn beurt zit Glazener weer wat meer in financials (20% om 15%).
Qua regio’s neigt het Amerikaanse fonds iets meer naar de VS, het Nederlandse fonds iets meer naar Europa (dat heet home bias), terwijl de Amerikanen ook wat meer in Azië beleggen. Beide fondsen hebben iets meer dan 20% in de tien grootste holdings zitten. Dat is opvallend, want Robeco NV heeft tegenwoordig nog maar zo’n 100 posities, dat waren er ooit meer dan 500. Wel verschillen de namen.
Minder trendy
In de top-10 belangen keren alleen de Zwitserse farmaceut Roche en Apple bij beiden terug. Wel kun je stellen dat Glazener met zijn fonds met namen als JP Morgan Chase, Royal Dutch, Total, Nestlé en British American Tobacco wellicht iets minder trendy belegt dan Hart met namen als Capital One, Comcast, Liberty Global en CVS Caremark.
Als je daar al een etiket op wilt plakken is het dat de momentumfactor bij Robeco BP Global Premium Equities groter is dan bij Robeco NV. Dat zou meteen de outperformance van de afgelopen jaren verklaren. Daarnaast speelt omvang een rol. Robeco NV heeft 55% van zijn portefeuille in de allergrootste bedrijven en nog eens 34% in grote bedrijven (samen 89%).
Robeco BP Global Premium Equities komt, vanwege de geringere fondsomvang niet verder dan 42% en 27% (samen 69%) en heeft een flinke pluk van het beheerd vermogen in de middengroep (22% om 9% bij Robeco NV). Gezien de prima performance van mid & smallcaps in de afgelopen jaren, zal dat ook enig positief effect op de performance hebben gehad.
Op dit moment, en zeker voor zolang de bullmarkt intact blijft, lijkt het fonds van Boston Partners, dan ook de betere van de twee. Dat verklaart ook dat de marketinginspanningen vanuit het hoofdkwartier vooral naar dat fonds gaan.