‘Chinese tourists abroad’, wilde ik intypen, maar toen ik bij de ‘a’ aankwam, was de eerste suggestie die ik kreeg ‘Chinese tourists annoying’. Dat betekent dat u en ik een probleem hebben, want ze komen, die Chinezen. In groten getale.
Misschien moeten we dus maar hopen dat ze toch tot de conclusie komen dat het oost west, thuis best is. Alhoewel, voor beleggers liggen er natuurlijk wel kansen. Meer Chinese toeristen betekent meer geld voor vervoerders, voor hotels, voor retailers...
Naar schatting zullen in 2015 honderd miljoen Chinezen een trip naar het buitenland maken, een aantal dat in eerste instantie pas voor 2020 beraamd was. In 2012 gaven ze 102 miljard dollar uit, een stijging van 40% ten opzichte van 2011.
En wat doen Chinezen het liefst tijdens hun verblijf in het buitenland? Winkelen! Daarmee komen we ook gelijk aan bij suggestie #2: ‘Chinese tourists are world biggest spenders’. Tien jaar geleden brachten ze nog vooral miniatuurversies van de Eiffeltoren en schattige Hollandse klompjes mee naar huis, maar tegenwoordig gaan Chinese touristen het liefst voor een glimmende Prada-tas of een flinke Rolex.
Die zijn in het buitenland namelijk veel goedkoper door de hoge belasting op luxegoederen thuis. Sommige toeristen geven meer dan 10.000 euro uit op een trip. Met een korting van 20-30% kan dat vliegticket er dan al snel uit.
Dat deze nieuwe rijken nog niet helemaal weten hoe het hoort, blijkt wel uit het 64 pagina’s dikke handboek met regels voor op reis dat de Chinese overheid onlangs uitgaf. En wat doen we vooral niet op vakantie?
- Uitgebreid en plein public in je neus peuteren
- Je peuter midden op het vliegveld op een krant laten poepen
- Je naam op een eeuwenoude Egyptische tempel krassen
- Kinderen zijn geen eenden; geen snoepjes gooien dus
- Reddingsvesten zijn geen souvenirs maar bittere noodzaak
Veel landen lijken deze schoonheidsfoutjes echter voor lief te nemen en ontvangen de Chinezen en hun creditcards met open armen.