Hoeveel banen zijn er in de Verenigde Staten bijgekomen en waar staat het werkloosheidpercentage op? Dit zijn indicatoren waar het grootste deel van de beleggers naar kijkt. De participatiegraad is echter een stuk interessanter. Dit is namelijk het enige cijfer dat op zichzelf wat zegt. Trekken mensen zich terug van de arbeidsmarkt omdat de moed ze in de schoenen is gezakt, dan daalt het werkloosheidcijfer.
Dat is niet raar, want het werkloosheidscijfer is niet anders dan de mensen die willen werken, maar geen werk hebben. De participatiegraad is de verhouding tussen het aantal mensen dat werkt en het aantal mensen dat niet werkt. Dit cijfer is niet voor iets anders interpreteerbaar. In de volgende grafiek ziet u dat de participatiegraad in de Verenigde Staten al jaren aan het dalen is.
De participatiegraad kwam vanmiddag uit op 63,2%. De laagste waarde sinds augustus 1978. De grafiek is helaas nog niet bijgewerkt. Dan de mensen die in hun kracht van hun leven zitten. De personen tussen de 25 en 54 jaar, dan ziet het beeld er net zo slecht uit.
De enige groep waar de participatiegraad stijgt is de 65-plussers.Van elke honderd 65-plussers verrichten er nog 23 betaalde arbeid. Te weinig geld voor het pensioen en dan moet je door.
De Amerikaanse economie lijkt op stoom te zijn gekomen. De ISM-cijfers van gisteren waren zelfs de beste sinds 2005, maar zolang de participatiegraad niet begint op te lopen, blijft het voor de gemiddelde Amerikaan voelen alsof de Verenigde Staten al vijf jaar in een recessie zit.
Arbeid en kapitaal
In de volgende grafiek ziet u dat bedrijven in minimaal tachtig jaar niet zo veel van een dollar omzet hebben overgehouden als nu. Arbeiders hebben nog nooit zo weinig gekregen van de omzet.
Het lijkt super. Een werkloosheidspercentage dat blijft dalen en elke maand minimaal honderdduizend banen erbij, maar de gewone man krijgt het dus steeds zwaarder in de Verenigde Staten.