Ik hoop dat de geruchten over een dergelijke beperkende AFM maatregel uiteindelijk niet gefundeerd blijken te zijn. En als dat wel zo is, heeft de AFM nog de tijd om snel op zijn schreden terug te keren. Zodat ik het rapport, als het uiteindelijk verschijnt, positief kan recenseren!
Zo sloot ik mijn column van 19 juni af, waarin ik vooruitblikte op het verwachtte rapport van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over hefboomproducten. Ik doelde op de mogelijke maatregel van AFM om turbo's, speeders en sprinters, de producten die onderwerp van onderzoek zijn, met een hoge hefboom te verbieden.
Het rapport ligt inmiddels voor mij, plus een column van Kris Marx van de AFM, waarin hij op mijn opmerkingen van destijds reageert. Uiteraard stel ik de reactie van AFM zeer op prijs. Dat neemt niet weg dat ik kritisch moet zijn op wat de AFM in zijn rapport concludeert.
Galliërs
De AFM is niet op zijn schreden teruggekeerd. Weliswaar is er geen direct verbod ingesteld, maar de aanbieders van turbo's/speeders/sprinters hebben vrijwillig besloten de uitgifte van de "hoge hefbomen" te beperken.
Dat doet mij denken aan de Romeinse soldaten die als vrijwilligers werden aangewezen om het tegen de met toverdrank volgegoten Galliërs op te nemen. De turbo-aanbieders zullen waarschijnlijk met grote tegenzin tot deze beperkende actie zijn overgegaan.
Nauwelijks rendement
Waarom heeft de toezichthouder zo'n moeite met de hoge hefboom? Het antwoord daarop wordt in het rapport gegeven. Uit het onderzoek van de AFM zou blijken dat turbo's met een hoge hefboom nauwelijks kans maken rendement te behalen. De belegger moet hiertegen beschermd worden.
Er wordt een groot aantal grafieken gepresenteerd waaruit geconcludeerd kan worden dat, zeker als turbo's met grote hefbomen lang worden aangehouden, tot meer dan 95% kans bestaat dat de positie met verlies wordt afgewikkeld. Dat is geen verrassende uitkomst.
Kenmerk van een grote hefboom is een kleine kans op een grote winst, en een grote kans op een gelimiteerd verlies. Als je begint met 100 euro te investeren in een turbo, waarna vier keer 15% verlies wordt gemaakt en vervolgens één keer 100% winst, ziet de win- versus verlieskans er slecht uit.
Maar de feitelijke winst (en daarmee de verwachte winst als je deze gegevens zou gebruiken voor historisch onderzoek) is 4,4 euro, ofwel een rendement van ruim 4%. Als de AFM met andere uitkomsten was gekomen, zou dat pas sensationeel zijn geweest.
Op zijn minst zou ik graag de gemiddelde verwachte winst van de turbobeleggingen hebben gezien ten opzichte van die in de onderliggende waarde.
Te weinig kennis
De niet verrassende uitkomst van het onderzoek is overigens niet de ware reden dat de AFM graag een beperking aan de uitgifte van turbo's met een hoge hefboom ziet. Het echte probleem, volgens AFM, is dat een deel van de beleggers te weinig kennis van zaken van deze producten heeft.
Zo verwachten turbobeleggers meer rendement (bijna 21%) te behalen dan zij daadwerkelijk hebben gerealiseerd (5%). Ik vind dat geen teken van gebrek aan kennis.
Waarom zou een belegger die 5% rendement heeft behaald, voor de komende jaren geen 20% mogen verwachten, op straffe beticht te worden van gebrek aan kennis, zoals Kris Marx van AFM in zijn IEX gastcolumn doet. Misschien is de verwachting onrealistisch, maar daar hoef je geen particuliere (turbo)belegger voor te zijn.
Weinig klachten
Daarnaast wijst AFM er op dat beleggers niet allemaal op de hoogte zijn van de betekenis van een aantal turbogerelateerde termen. Mogelijk dat een deel van de turbobeleggers niet alle termen kent, maar dat wil nog niet zeggen dat er ongelukken gebeuren door onwetendheid over de werking van deze instrumenten.
In het rapport schrijft de AFM dat een gebrek aan liquiditeit één van de risico's is, omdat uitgevende instellingen niet verplicht zijn een markt te onderhouden. Maar, zo wordt daaraan toegevoegd, er zijn nog geen klachten bij de AFM gekomen over het gebrek aan liquiditeit.
Dat is precies het punt waar het mij om gaat. Ik vraag mij af welke klachten de toezichthouder dan wél heeft gezien. Ik heb het idee dat het aantal zeer beperkt is, en in ieder geval niet gerelateerd aan de vermeende onwetendheid over de werking van het hefboominstrument.
Betutteling
Ik blijf het daarom jammer vinden dat, zij het op "vrijwillige" basis, de AFM de weg is ingeslagen van het beperken van het (hefboom)aanbod. Dat blijft sterke kenmerken hebben van betutteling. Ik zie die betutteling geïllustreerd in de volgende passage in het rapport:
"De AFM heeft (...) aangegeven dat producten waarbij een zeer kleine kans op een hoog rendement bestaat (..) in ruil voor een uiterst kleine kans op een hoog rendement, de belegger weinig toegevoegde waarde bieden."
Misschien heeft de toezichthouder ook moeite met deze paternalistische opvatting. In het eerste deel van die zin moet natuurlijk staan "producten waarbij een zeer grote kans op een negatief rendement bestaat". In ieder geval moeten we niet toe naar een situatie waarin de toezichthouder gaat bepalen welke producten wel en geen toegevoegde waarde voor de belegger hebben.
Betere informatie
Genoeg kritische geluiden. Het rapport leidt er ook toe dat de marktpartijen betere informatie gaan geven en zelfs een website openstellen met onafhankelijke objectieve informatie over turbo's. Dat is wat mij betreft wél de goede weg.
Ik zou persoonlijk graag zien dat de AFM zich met name concentreert op dit aspect van het toezicht. Laat de goed geïnformeerde belegger vervolgens zelf uitmaken welke kansen hij met zijn turbo's wenst, en welke risico's hij bereid is daarvoor te lopen.