NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag licht lager gesloten, waarmee een stapje terug werd gedaan van de recordstanden een dag eerder. De aandacht van beleggers op Wall Street ging vooral uit naar de resultaten van de grote banken JPMorgan Chase en Citigroup die lauw werden ontvangen.
De Dow-Jonesindex noteerde aan het slot 0,1 procent lager op 22.841,01 punten. De brede S&P 500 zakte 0,2 procent tot 2550,93 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq verloor 0,2 procent tot 6591,51 punten.
JPMorgan (min 0,9 procent) heeft afgelopen kwartaal kunnen profiteren van de stijgende rente en sterkere vraag naar kredieten. De inkomsten uit de handel in met name obligaties zijn daarentegen sterk gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Per saldo ging er 7 procent meer winst in de boeken dan een jaar eerder.
Citigroup
Citigroup (min 3,4 procent) zag de winst met 8 procent oplopen. Dat was met name te danken aan een eenmalige boekwinst op de verkoop van een bedrijfsonderdeel. Zonder die meevaller zou de winst licht zijn gedaald, vooral door hogere kredietkosten. Branchegenoten Wells Fargo en Bank of America komen vrijdag met cijfers.
Retailer J.Jill klapte liefst 51 procent omlaag. De kledingverkoper heeft zijn financiële verwachtingen verlaagd en kreeg een aantal adviesverlagingen aan zijn broek. Maker van netwerkapparatuur Juniper Networks is eveneens somberder geworden in zijn prognoses en leverde meer dan 5 procent in.
Domino's Pizza
Andere bedrijven die met cijfers kwamen waren Domino's Pizza en telecomreus AT&T. De uitbater van pizzatenten wist de verwachtingen van analisten te overtreffen, maar de koers ging toch bijna 4 procent omlaag. AT&T kampte afgelopen kwartaal met diverse weergerelateerde storingen en heeft mede daardoor videoabonnees zien weglopen. Het aandeel AT&T dook ruim 6 procent in het rood.
Verder werd op macro-economisch vlak bekend dat de uitkeringsaanvragen in de VS vorige week zijn gedaald, terwijl de Amerikaanse producentenprijzen in september omhoog gingen.
De euro stond op 1,1833 dollar, tegen 1,1845 dollar bij het slot van de handel in Europa. Een vat ruwe Amerikaanse olie zakte 1,3 procent in prijs tot 50,64 dollar. Brentolie werd 1,1 procent goedkoper op 56,32 dollar per vat.