De Grote GARS-Patrimoine Verwarring Mijn vergelijking tussen GARS en Carmignac Patrimoine krijgt nog een staartje. Is Patrimoine toch (veel) beter? 25 februari 2013 12:15 • Door Peter van Kleef Dit wordt een verwarrend verhaal, maar laat u zich daarom niet weerhouden het te lezen. Een week of twee geleden publiceerde ik een verhaal over het Global Absolute Return Strategies (GARS) van Standard Life Investments. Het fonds presteert al jaren goed en levert een bescheiden maar fraai rendement met een heerlijk lage volatiliteit. Ik vergeleek het fonds met Carmignac Patrimoine, een ander mixfonds waar ik ook al jaren positief over ben. Mijn conclusie: GARS behaalde sinds de crisis van 2008 een beter rendement. Ik gebruikte deze tabel: Rendement GARS Patrimoine Cum. GARS Cum. Patr. 2008 -4,5% +0,0% +4,5% +0.0% 2009 +20,1% +17,6% +15,6% +17,6% 2010 +11,3% +7,5% +26,9% +25,1% 2011 +4,2% -0,8% +31,1% +24,3% 2012 +8,4% +5,4% +39,5% +29,7% Gemiddeld 7,9% +5,9% Foute boel, volgens een Amsterdamse vermogensbeheerder met Patrimoine in zijn portefeuille. Die stuurde mij een mail die uit vier woorden bestond: “Hoezo beter dan Carmignac?”. Het was een retorische vraag, het antwoord zat in de bijlage, want de vermogensbeheerder in kwestie had de modellen van datacruncher Fondshuis laten ratelen. Die hadden de “valuta GBP van GARS omgezet naar EUR voor eerlijke vergelijking”. Wat uit zijn modellen rolde was niet best, vanuit GARS-perspectief. We zien lagere eurorendementen, hogere volatiliteit. De plaatjes zouden alles moeten zeggen. Ik neem u stap voor stap mee langs de resultaten van de analyse Fondshuis en de vermogensbeheerder. Laten we beginnen met misschien wel de belangrijkste factor: de maximale drawdown. Die blijken bij GARS veel groter, volgens de berekening van Fondshuis. Dat kwam de rendementen niet ten goede. Waar ik in mijn verhaal concludeerde dat GARS beter presteerde dan Patrimoine over 2008-2012, namelijk +39% tegen +29% cumulatief rendement, kwam Fondshuis tot een heel andere score: +25% voor GARS en +35% voor Patrimoine. De samenvattende statistieken zien er – dat begrijpt u inmiddels – niet goed uit voor GARS. Het gemiddeld rendement ligt in de periode 2008-2012 bijna 2% per jaar lager, de volatiliteit is twee keer zo hoog als bij Carmignac Patrimoine (12% om 6%) en de maximum drawdown laat zich niet eens vergelijken (-23% om -6%). En dat alles was verdoezeld door het valuta-effect. Maar klopt dat alles? Nou, nee. De crux zit ‘m in één klein, niet heel onbeduidend dingetje die uiteindelijk zorgt voor een totaal verkeerde uitkomst van de analyse. (U mag de drie grafieken/tabellen van Fondshuis hierboven weer vergeten, nu.) "It's the currency, stupid!"Fondshuis en de Amsterdamse broker hadden de GB-versie van GARS genomen en vervolgens de rendementen omgerekend naar euro’s, op basis van historische EUR-GBP koersen. Dat klinkt op het eerste gezicht niet onlogisch, maar ze slaan hier de plank wel degelijk volledig mis. En ja, het omrekenen van de performance van het fonds in ponden naar eurorendementen levert een veel lager rendement op dan dat het in euro’s genoteerde fonds van GARS (wat ik in mijn vergelijking hanteerde). De conclusie die ze vervolgens trekken is dat de outperformance ten opzichte van Patrimoine daarom door het valuta-effect is ontstaan. Maar de europortefeuille van GARS wordt beheerd in euro’s en is geen 100% unhedged variant van het fonds in Britse ponden. Dat zou voor een mixfonds dat streeft naar lage volatiliteit en kleine bets een ontoelaatbaar hoog wisselkoersrisico opleveren en inderdaad leiden tot hoge pieken en dalen, zoals de foutieve berekening van Fondshuis laat zien. Die grote drawdowns, in 2008 en 2009 (zie bovenste grafiek), gaan gepaard met forse dalingen in de GBP-EUR wisselkoers maar hadden in het echt geen enkel effect op het eurofonds van GARS en uiteraard ook niet op het pondfonds. Wat verwarrend blijft is dat Fondshuis over de periode 2008-2009 op een hoger rendement voor Patrimoine uitkomt dan ikzelf op basis van Lippercijfers (+29% om +25%). Ik heb niet helemaal kunnen achterhalen waar dat verschil vandaan komt, maar iedereen in de beleggingswereld weet dat Carmignac Patrimoine een legendarische +0,01% rendement haalde in rampjaar 2008. Dat cijfer kwam ook terug in mijn Lipperberekening. Fondshuis tovert een +2,56% uit de hoge hoed. Waar dat vandaan komt? Ik waarschuwde al, het is een tikkeltje verwarrend allemaal. Maar wel leerzaam. Zelfs voor professionele datacrunchers, zoals pijnlijk blijkt. Ter verduidelijking, ik ben enthousiast over beide fondsen en laat de cijfers simpelweppig scheidsrechteren voor me. Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.