In het eerste deel van mijn column Einde van de euro betoogde ik dat Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje (afgekort PIIGS) afstevenen op een onvermijdelijk bankroet en dat ze hun staatsschuld waarschijnlijk zullen afstempelen met 65%. Maar wat gebeurt er dan met Nederland, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland?
Nationalisatie banken
Allereerst kunnen de grote banken in Nederland, Duitsland en Frankrijk zo'n afstempeling niet aan, met als gevolg dat ze allemaal genationaliseerd moeten worden en de staten het verlies dienen op te vangen. Nederlandse, Duitse, en Franse banken hebben een blootstelling aan PIIGS-schuldpapier van respectievelijk 241 miljard euro, 656 miljard euro en 903 miljard euro.
Een afstempeling van 65% is dus vele malen groter dan het kapitaal dat deze banken aanhouden. De kredietcrisis van 2008 is in vergelijking met bovenstaand scenario kinderspel.
Dit zorgt voor het volgende plaatje:
Hiermee worden de kernlanden van Europa het nieuwe Griekenland. (Vergeet niet dat de vergrijzingskosten en veel afgegeven staatsgaranties die verzilverd gaan worden niet of nauwelijks zijn inbegrepen bij de cijfers in de tabel.) De euro zal omlaag klappen door kapitaalvlucht en de aandelenkoersen zullen minimaal gehalveerd worden.
U als belegger wordt dus dubbel geraakt: 1) de koersen van uw beleggingen gaan omlaag en 2) de koopkracht van uw vermogen wordt enorm aangetast door de zwakke euro.
Tactiek professionele beleggers
Sommige professionele beleggers wapenen zich tegen bovenstaand scenario door in landen te beleggen met een sterke munt. Onder meer Australië, Canada, Noorwegen en natuurlijk Zwitserland zijn daarom populair bij deze beleggers. Zwitserland heeft een relatief lage directe blootstelling aan PIIGS-staatsschuld (8% ten opzichte van het bbp), de overheidsfinanciën zijn op orde en de staatsschuld staat op een laag niveau (46% ten opzichte van bbp).
In Zwitserland hebben deze professionele beleggers bijvoorbeeld Swisscom gekocht, de KPN van dat land. Swisscom verdient het meeste van zijn geld in Zwitserse Franken, het heeft een dominante marktpositie en een stabiele kasstroom. Het 2011 dividendrendement is een prachtige 5.6%. Zo’n belegging levert ieder jaar wat op en zorgt er tevens voor dat de koopkracht behouden blijft.
Langlopende putoptiecontracten
Sommige van deze beleggers zijn wat agressiever en hebben langlopende putoptiecontracten afgesloten die hen vele malen de inleg opleveren als bovengenoemd scenario uitkomt. De truc is daarbij om niet tot het hoogtepunt van de komende crisis te wachten. De systeemrisico’s zijn dan immers zo hoog dat alleen fysieke bezittingen nog enige veiligheid kunnen verschaffen.
Andere beleggers hebben hun focus juist verlegd naar de korte termijn. Immers, totdat het doemscenario een feit is zullen vele rally’s en minikrachs voorbijkomen en valt er nog genoeg te verdienen voor de actieve belegger. Technische analyse is hierbij een onmisbaar gereedschap en ik verwijs u dan ook allen naar de columns van Gökhan Erem op deze site.
In de toekomst zal ik u regelmatig op de hoogte houden over de problemen rond de euro en hoe de meest gehaaide professionele beleggers hier mee omgaan.
(Note: Ik heb geen positie in Swisscom. In 2010 is het aandeel wel door mij aangeraden aan mijn klanten.)