Voor velen is het kopen van een huis op het ogenblik (even) niet meer mogelijk. Dit heeft te maken met het beperkte aanbod van te koop staande woningen, maar vooral met de hoogte van de vraagprijzen van de te koop staande woningen.
Er is dan nog één mogelijkheid: een huis huren. Echter, als we kijken naar de cijfers die Pararius publiceerde over de huursector dan wordt u daar ook niet vrolijk van.
Huurprijzen stijgen ook
In de vrije sector is de gemiddelde huurprijs in het eerste kwartaal van 2018 met 5,9% gestegen. In diverse gemeenten zijn de percentages enorm gestegen als er gekeken wordt naar de vierkante meter. In Zoetermeer was de stijging per vierkante meter namelijk 20,8%.
“De prijs voor een huurwoning in de vrije sector in Amsterdam blijft al jaren het hoogst: daar betalen huurders gemiddeld 22,48 euro per vierkante meter per maand. Dat is 6,43 euro meer dan in de op een na duurste stad Utrecht (16,05 euro). De gemiddelde vierkantemeterprijs voor nieuwe huurders is 15,56 euro.
De cijfers van Pararius zijn gebaseerd op 10.671 woningen die in het afgelopen kwartaal via het bedrijf werden verhuurd. De stijgende huurprijzen zijn volgens Pararius het resultaat van een vraag die sneller toeneemt dan het aanbod.”
Van huur naar koop
Laat ik even rekenen met bovenstaande cijfers. Ik ga een huurhuis huren in Utrecht. Deze is 80 vierkante meter want ik wil toch ook een beetje ruimte hebben om vrij te kunnen bewegen. Dat vrij bewegen gaat mij dan maandelijks 1.284 euro kosten (80 x 16,05 euro).
Voor dat bedrag kan ik een woning kopen van 331.000 euro. Ik ga dan uit van een annuïteiten hypotheek met een rente van 2,35%. Hierbij heb ik het fiscale voordeel van de renteaftrek niet meegenomen. Het gezamenlijke (globale) inkomen om een hypotheek van 331.000 euro te kunnen krijgen is 68.000 euro.
Ik weet zeker dat er heel veel mensen met een lager inkomen dan 68.000 euro meer dan 1.200 euro aan huur per maand betalen. Vanuit de bank gezien kunnen zij dan hun huur feitelijk niet betalen als dit doorberekend wordt naar hun maximale hypotheek.
Kan het erger?
Natuurlijk kan het nog erger. Vooral als we Amsterdam erbij nemen. Een gemeubileerd appartement, hoekje Prinsengracht en Lauriergracht in Amsterdam, is met een huurprijs van 3.000 euro uitzonderlijk. Schrik niet: we hebben het hier over een oppervlakte van 65 vierkante meter. Voor een huis of appartement van 50 vierkante meter betaalt de huurder 1.100 euro. Logisch dat Amsterdam niet meer betaalbaar is voor veel Nederlanders.
Wie toch een huis gaat huren in de vrije sector, moet (proberen) vooraf goede afspraken te maken over de jaarlijkse huurverhogingen. Gezien de vraag naar huurwoningen lijkt mij dit onmogelijk maar lukt dit dan kan dit heel veel geld besparen. Wat is er namelijk aan de hand: In de vrije sector is er geen maximumpercentage voor huurverhogingen.
Het gevolg is dat er feitelijk onbeperkt verhoogd kan worden. Een huurder heeft dus geen bescherming betreffende een bepaald maximum percentage dat de huur per jaar verhoogd kan worden. Wat kan een huurder doen? Spreek een vaste huurverhoging af per jaar. Bijvoorbeeld een huurverhoging gekoppeld aan inflatie.
Werkelijkheid is anders
Het klinkt allemaal zo simpel maar de werkelijkheid is heel anders. Vooral starters tekenen lukraak een huurcontract omdat zij blij zijn dat ze een woning hebben gevonden. De financiële gevolgen kunnen groot zijn na deze handtekening.
De woning wordt leuk ingericht met de laatste spaarcentjes die nog voorhanden zijn. Als dan de huurverhogingen volgen dan blijken deze niet meer betaalbaar te zijn.
Het gevolg is de huurwoning te verlaten, maar wel met een paar duizend euro armer. Huren blijft onaantrekkelijk maar voor velen de enige optie. Vooral in de vrije sector is het verstandig om het huurcontract grondig door te nemen.
Nog even terugkomend op mijn experiment
Twee weken terug kon u in mijn column Experiment: de keuzes van een bank de baas van de bank spelen. U kreeg tien criteria waar u iedere keer één voorwaarde uit mocht kiezen. Hoe ruimer de voorwaarden hoe hoger de hypotheekrente.
Natuurlijk geef ik ook mijn antwoorden, met toelichting:
- A2: Ik ben geen voorstander om restschulden mee te nemen in de volgende hypotheek.
- B5: Hoe ruimer de geldigheidsduur, hoe beter. Dit kost echter wel geld.
- C3: Er zijn heel veel doorstromers waarbij het aantrekkelijk is om fiscaal voort te zetten van een bankspaarhypotheek.
- D2: Klant heeft ook een verantwoordelijkheid.
- E2: 25% boetevrij aflossen blijkt in de praktijk ruim voldoende te zijn.
- F2: De verhuisregeling is alleen aantrekkelijk bij een lage rente.
- G3: Vooral voor oudere (en zieke) mensen een mogelijkheid om te kunnen kopen.
- H3: Vooral oudere mensen die geen hypotheek hebben kunnen nu een andere woning kopen.
- I4: Iedereen is gelijk dus moet ook iedereen de mogelijkheid hebben om een woning te kunnen kopen.
- J2: Ik ben een voorstander om schuldenvrij te kopen. Hierbij wil ik studieschulden dan uitsluiten vanwege de stomme studieregeling die het Kabinet heeft ingevoerd.