Is het biotechsprookje definitief voorbij? Na jaren van fantastische rendementen hebben beleggers de sector de rug toegekeerd. Tien jaar lang steeg de MSCI World Biotech volgens Morningstar met gemiddeld ruim 16% per jaar. Sinds begin dit jaar verloor de wereldwijde biotechindex ruim 10% van zijn waarde.
In Buy the biodip, voorspelde ik een koersopleving. Die kwam er inderdaad, maar bleek van korte duur. Inmiddels zijn we weer terug bij af. Gaat het dan zo slecht gaat met de biotechbedrijven? Niet echt. Het was vorig jaar de sector, die samen met gewone tech de meeste winstgroei boekte.
Dividenden worden stelselmatig verhoogd. De aandeleninkoopprogramma’s lopen door. Nieuwe medicijnen hebben steeds vaker een biotechachtergrond.
Nu nog goedkoper
Inmiddels bedraagt de koerswinstverhouding van grote biotechbedrijven, zoals Gilead, Amgen, Celgene en Biogen, volgens de Zwitserse vermogensbeheerder UBS iets minder dan 15. Daarmee zijn ze zelfs lager gewaardeerd dan de traditionele farmabedrijven, zoals Pfizer, Merck en Novartis, die veel minder hard groeien.
Want binnen de sector farma is de potentie van biotech het grootste. Biotechbedrijven innoveren meer en groeien harder, waardoor volgens UBS een hogere waardering is gerechtvaardigd. “Inmiddels is bijna 40% van alle medicijnen gebaseerd op biotechnologie. Dat was in 2010 nog minder dan 25%.”
Het gaat hard.
Clinton
Wat is de reden van de biotechdip? Het zijn er meerdere. Allereerst geldt de biotechsector als bovengemiddeld risicovol. Zodra beleggers massaal op de verkoopknop drukken, gaat de biotechsector extra hard onderuit.
Belangrijker is het Amerikaanse debat over de medicijnprijzen, die zeker in de Verenigde Staten enorm kunnen oplopen. Hillary Clinton heeft beloofd daar wat aan te gaan doen. Volgens UBS kan Clinton zich beter met andere zaken bezighouden.
“Voorgeschreven medicijnen maken niet meer dan 10% van de totale Amerikaanse zorgkosten uit. Daarbij kunnen goed werkende pillen, ook al zijn ze aan de prijs, de zorgkosten omlaag brengen, omdat mensen minder vaak of helemaal niet meer naar het ziekenhuis hoeven."
Onzeker traject
Wat biotech natuurlijk ook parten speelt is het moeizame traject om een nieuw medicijn op de markt te krijgen. Daar gaan jaren overeen en daar zijn enorme kosten mee gemoeid, waarbij het nooit zeker is of de eindstreep wel wordt gehaald.
Volgens UBS liggen de gemiddelde kosten voor het ontwikkelen van een blockbuster (een medicijn dat jaarlijks meer dan 1 miljard dollar opbrengt) rond de 1,5 miljard dollar. Tegenover de kosten staan wel enorme winstkansen. Neem de winstpotentie van een effectieve remedie tegen een nare ziekte als Alzheimer.
Volgens UBS bedroegen de totale Alzheimerkosten in de Verenigde Staten in 2012 maar liefst 200 miljard dollar.
Kansen
De farmasector, dus ook de biotechsector, hoeft niet bang te zijn dat de markt kleiner wordt. Naarmate de wereldbevolking groeit, rijker wordt en later sterft zullen de medische uitgaven alleen maar verder oplopen.
Het Amerikaanse onderzoeksbureau Grand View Research verwacht dat de totale omzet van de biotechsector in 2020 circa 608 miljard dollar bedraagt. Dat is twee maal zo veel als nu.
Dan is er nog een andere trend die de biotechsector voor beleggers aantrekkelijk maakt. Nu traditionele farmabedrijven problemen hebben om nieuwe medicijnen te vinden, kopen zij kleine en middelgrote biotechbedrijven op om zo hun toekomst veilig te stellen.
Vorig jaar werd er volgens UBS voor meer dan 100 miljard dollar aan deals gesloten. Eind augustus stond de teller voor dit jaar al op bijna 80 miljard.
Wilde rit
Wie in biotech belegt, moet niet schrikken van wilde koersbewegingen. Die horen erbij. Voor de grote biotechbedrijven vallen de koersschommelingen nog wel mee, maar voor de kleintjes, die gokken op het op de markt brengen van een of twee medicijnen, is het alles of niets.
Faalt een medicijn, dan is het al snel einde oefening. Komt de potentie er wel uit, dan stromen de miljarden binnen. Twee beleggingsfondsen, die al jaren succesvol in biotechaandelen beleggen, zijn:
Beide zijn genoteerd in dollars. Logisch, want meer dan 94% van de fondsportefeuilles bestaat uit Amerikaanse aandelen. Beide zijn door Morningstar met vier van de maximaal vijf sterren. Zijn er ook nog verschillen? Ik leg de spreadsheets van Morningstar naast elkaar.
Fondsvergelijking
Rendement 10 jaar
- UBS Biotech Fund: +15,8%
- Franklin Biotech Fund: +15,7%
Rendement 5 jaar
- UBS Biotech Fund: +28,9%
- Franklin Biotech Fund: +29,5%
Rendement sinds 1 januari 2016
- UBS Biotech Fund: -9,5%
- Franklin Biotech Fund: -12,7%
Kosten
- UBS Biotech Fund: 1,07%
- Franklin Biotech Fund: 1,06%
Risico’s (standaarddeviatie)
- UBS Biotech Fund: 29,6 F
- ranklin Biotech Fund: 29,4
Aantal posities
- UBS Biotech Fund: 42
- Franklin Biotech Fund: 111
Conclusies
De twee biotechfondsen zijn, hoewel actief gemanaged, opvallend gelijkwaardig. In kosten en risico ontlopen ze elkaar niets. Ook de geboekte rendementen lopen gelijk op. Nou vooruit, UBS heeft de schade dit jaar iets beter weten te beperken.
Daar staat tegenover dat het fonds van Franklin Templeton door zijn grotere aantal posities meer spreiding komt. Het eindoordeel is aan u.
Peildatum: 30 september 2016