We staan aan vooravond van een grote ommezwaai in het verdienmodel van de effectenindustrie. En daarbij realiseer ik mij dat veel partijen zich hier fel tegen verzetten. Maar de tijd van een ongelimiteerde vergoeding op basis van het vermogen onder beheer is voorbij.
In 1995 begon mijn de loopbaan in de financiële wereld. Daar leerde ik meteen het adagium if you pay peanuts, you get monkeys. In het Nederlands: goedkoop is duurkoop. Daar moesten we de klant van doordringen. Die tijd ligt inmiddels achter ons.
Aanvankelijk leek de financiële wereld ongevoelig voor disruptieve spelers zoals in andere bedrijfssectoren. Dat gaat nu snel veranderen. Er komen steeds meer kleine innovatiebedrijven die banken en verzekeraars op deelgebieden bestoken.
Op de schop
En langzaam, maar zeker zien we ook bij vermogensbeheerders het verdienmodel op de schop gaan. Een recent rapport van Boston Consulting Group bevestigt dat vermogensbeheerders moeten veranderen om relevant te blijven.
De lage rente zal als katalysator dienen voor de veranderingen in het verdienmodel. Want in de laatste twintig jaar is het directe rendement uit beleggingen meer dan gehalveerd. Aan de basis staat de langdurige daling van de rente, met een enorme versnelling sinds 2008.
Parallel zien we dezelfde beweging naar indexfondsen en ETF’s. De kosten die deze fondsen intern rekenen dalen ondertussen ook, waardoor de indirecte kosten voor beleggen steeds lager worden.
Relatief of absoluut?
Terwijl de kosten voor transacties en bewaring met name door Alex, Binck en later DeGiro extreem zijn gedaald, bleven de kosten voor beheer vooralsnog redelijk buiten shot. Nu zijn de kosten bij een vermogensbeheerder behoorlijk hoog.
Wanneer deze ook nog eens actieve beleggingsfondsen opneemt in de portefeuille, lopen de samengestelde beleggingskosten al snel richting de 2%. Daarmee weegt de kostenfactor op dit moment zowel relatief als absoluut te zwaar op het rendement voor de belegger.
Vermogensbeheerders profileren zich vrijwel allemaal met dezelfde, obligate, kenmerken. U herkent ze meteen: ze zijn allemaal transparant, geven persoonlijke aandacht, bieden maatwerk, hebben een unieke manier om beleggingen te selecteren en beloven een beter rendement op de lange termijn dan de benchmark of concurrent.
In de toekomst drie smaken
- Het traditionele beleggen met een mening
Deze categorie zal blijven bestaan. Het is een relatief dure operationele bezigheid. Op grond van macro economische vooruitzichten, waarderingen en eventueel ondersteund met statistische analyses wordt actief belegd. Men heeft een actief tactisch beleid met het over- en onderwegen van categorieën (aandelen, obligaties, grondstoffen, onroerend goed, etc), regio’s en sectoren.
Eventueel zelfs stockpicking in individuele aandelen en obligaties. Dit zal vooral voor mandaten met duurzaamheidscriteria en specifieke uitsluitingen noodzakelijk blijven. Tarifering zal hier zeker geheel of gedeeltelijk asset based zijn, op termijn wel met een maximum. Deze vorm wordt door de kosten meer en meer exclusief voor de grote vermogens.
- Het wetenschappelijke, evidenced based beleggen
De interne kosten van de fondsen liggen iets hoger dan standaard indextrackers, met name door duurdere modellen die de selectie binnen de fondsen doet. Hieronder vallen strategieën als factorbeleggen en smart bèta-indextrackers. Er wordt vooral belegd in de brede markt via fondsen of ETF’s op alternatief samengestelde indices.
Er wordt in principe geen tactisch beleid gevoerd, er wordt niks gedaan aan timing en alleen geherbalanceerd. Dit is goed schaalbaar en de tarieven zullen dalen. Ik verwacht dat er steeds meer aanbieders met een maximale vergoeding zullen komen boven een bepaald vermogen.
- Het passieve platform, robobeleggen
Dit wordt het instapmodel waarin de prijzen het hardst zullen dalen. Men belegt in indextrackers, waarbij de interne kosten het laagst zijn en de liquiditeit het hoogst. Eventueel wordt er nog een kwalitatieve selectie op de trackers gedaan, maar veelal zullen het locale trackers zijn waarbij het fiscale voordeel van de lagere dividendbelasting wordt genoten.
Dit zal vrijwel alleen op onlineplatformen worden aangeboden en door de voortdurende technologische innovatie zullen marktpartijen alleen bestaansrecht hebben wanneer ruim een miljard onder beheer is. Ik verwacht hier zowel fixed fees als gemaximeerde tarieven boven een bepaald belegd vermogen. Er zijn al aanbieders waar u met tien euro kunt beginnen.