De laatste twintig jaar waren een walhalla voor obligatiebeleggers. De rentes gingen in een bijna gestrekte lijn naar beneden om, zoals in het Duitse geval, te eindigen op een rente van 0% of lager. Terwijl de rentes daalden, stegen de koersen en dat vertaalde zich in mooie rendementen.
Beleggen in obligaties was nog nooit zo simpel. Inmiddels is het een stuk lastiger geworden om nog met schuldpapier geld te verdienen. De rente op Europese staatsobligaties zal waarschijnlijk nog een tijdje rond het huidige lage niveau blijven hangen door de opkoopactie van de ECB. De verwachte rendementen zijn minimaal tot negatief.
Voor Amerikaanse staatsobligaties ligt het anders. Nu de Fed is begonnen met verkrappen, valt het te verwachten dat de Amerikaanse obligatierente weer zal stijgen. Dat is met name dodelijk voor de koersen van langlopende Amerikaanse staatsobligaties.
Dynamische aanpak
Beleggers die wel rendement willen maken maar niet al te veel risico willen lopen, zitten aardig klem. Wat te doen? De oplossing is een dynamische aanpak waarbij beleggers, door gebruik te maken van handige financiële instrumenten, ook geld kunnen maken in situaties die voor obligatiehouders normaliter nadelig kunnen zijn. Door bijvoorbeeld short te gaan, maakt u ook rendement als de koersen dalen.
Een dynamische aanpak vraagt wel visie. De verantwoordelijk fondsmanager moet een duidelijk idee hebben waar het met de obligatiemarkt naartoe gaat. Met de sterk interveniërende centrale banken in de wereld is dat tegenwoordig lastiger dan ooit. De huidige situatie is echt uniek.
De meeste beleggingshuizen hebben wel een obligatiefonds in de aanbieding dat beleggers belooft om in elke situatie een positief rendement te boeken. Meestal staat in de fondsnaam total return, real return of absolute return. Ik pik er drie uit om te zien of deze fondsen met al hun toeters en bellen een goed alternatief zijn voor bijvoorbeeld een … spaarrekening.
Fondsvergelijking
De drie verkozen dynamische obligatiefondsen zijn:
Om de vergelijking eenvoudig te houden, kijk ik vooral naar de rendementen, risico’s, kosten en de fondswaardering van Morningstar.
Uitgangspunt fondsen
- Pimco Real Return: “De beleggingsdoelstelling van het Euro Real Return Fund is een maximaal reëel rendement te behalen met behoud van het reële kapitaal binnen het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer.”
- Robeco Lux-O-Rente: “Robeco Lux-o-rente belegt wereldwijd in solide staatsobligaties zoals die zijn opgenomen in JP Morgan global government bond index. Verder maakt het fonds gebruik van een uniek beleggingsmodel op basis waarvan de posities in Duitse, Amerikaanse en/of Japanse staatsobligaties worden vergroot of verkleind.”
- Templeton Global Return: “Het belangrijkste beleggingsdoel van het Fonds is maximaal totaalrendement op beleggingen te genereren, bestaande uit een combinatie van rente, kapitaalgroei en wisselkoerswinst, mits dit in lijn ligt met conservatief beleggingsbeheer.”
Rendement 5 jaar (gemiddeld per jaar)
- Pimco Real Return: 3,04%
- Robeco Lux-O-Rente: 4,53%
- Templeton Global Return: 7,06%
Rendement 3 jaar (gemiddeld per jaar)
- Pimco Real Return: -0,83%
- Robeco Lux-O-Rente: 4,67%
- Templeton Global Return: 5,11%
Rendement 1 jaar
- Pimco Real Return: -5,10%
- Robeco Lux-O-Rente: 2,64%
- Templeton Global Return: -5,53%
Kosten
- Pimco Real Return: 1,39%
- Robeco Lux-O-Rente: 0,52%
- Templeton Global Return: 1,02%
Risico (standaarddeviatie)
- Pimco Real Return: 5,92
- Robeco Lux-O-Rente: 4,26
- Templeton Global Return: 10,04
Waardering Morningstar
- Pimco Real Return: drie sterren
- Robeco Lux-O-Rente: vier sterren
- Templeton Global Return: vijf sterren
Fondsvermogen
- Pimco Real Return: 2,5 miljard dollar
- Robeco Lux-O-Rente: 2,6 miljard euro
- Templeton Global Return: 2,5 miljard dollar
Conclusies
Als we hier te maken hebben met een krachtmeting tussen drie alternatieve obligatiefondsen, dan is het wereldwijde obligatiefonds van Pimco de grote afvaller. Het rendeerde minder, is duurder en krijgt het minst aantal sterren van fondsenvergelijker Morningstar.
Vooral het rendement over de laatste twaalf maanden valt tegen. Een min van 5,10% past niet bij dat real return in de fondsnaam. Overigens presteerde ook het dwarse obligatiefonds van Templeton over het afgelopen jaar beroerd.
Fondsverantwoordelijke Michael Hasenstab – een grote naam in de beleggingswereld – van dit zogenaamde convictiefonds werd duidelijk verrast door de obligatieontwikkelingen in 2015.
Daar staat wel tegenover dat Templeton Global Return van de drie fondsen op de middellange termijn verreweg het beste rendement boekte. Positief is ook dat Morningstar het fonds met vijf sterren waardeert.
Echter, beleggers, die wars zijn van sterk fluctuerende rendementen én meer willen dan spaarrente, zullen zich bij Robeco Lux-O-Rente waarschijnlijk het beste op hun gemak voelen. Fondsbeheerder Olaf Penninga neemt zijn beslissingen op basis van een beleggingsmodel.
Voorspelt dat hogere rentes, dan brengt hij de rentegevoeligheid van het fonds omlaag, en omgekeerd. De goede prestaties van Lux-O-Rente hebben er inmiddels ook toe geleid dat het meer vermogen onder beheer heeft dan Robeco’s voormalige obligatievlaggenschip Rorento, dat inmiddels als Robeco Global Total Return Bond Fund (fondsvermogen: 1,8 miljard euro) door het leven gaat.