Eind vorig jaar schreef ik al dat de olieprijs dit jaar weleens scherprechter zou kunnen worden op de financiële markten. Veel aandacht was en is er voor de verliezers van het pokerspel dat nu door de Arabieren wordt uitgespeeld. Maar er zijn ook winnaars. Tijd om daar eens wat meer aandacht aan te besteden.
Op zich niet zo moeilijk te bedenken is dat wij, de consument, daar in ieder geval flink voordeel bij hebben, al wordt de daling van de prijs aan de pomp behoorlijk ingedamd door de forse vaste belasting hierop. Ik betaal hier momenteel rond de 1,40 voor een liter super, en daarvan gaat nog steeds ongeveer 1 euro richting staatskas.
U kunt ook denken aan grootverbruikers van energie:
- Zoals de chemiereuzen die veel kostenvoordelen kunnen behalen. AkzoNobel bijvoorbeeld, dat jaarlijks de markt verrast met hogere winsten, maar de omzet maar niet ziet stijgen. Puur kostenbesparingen, en dat kan nu weer een jaartje uitgebouwd worden.
- Of luchtvaartmaatschappijen, die normaal gesproken een kwart van hun kosten aan energie betalen. Maar de concurrentie tussen de vliegtuigmaatschappijen onderling is moordend, en het voordeel daar wordt dan al snel doorgerekend in de ticketprijs.
En ik ben zelf fan van Airbus, dat veel nieuwe orders binnenkrijgt, maar de vooruitzichten van Boeing, dat natuurlijk wel te kampen heeft met een sterke dollar, waren dan weer een stuk minder.
Twee verrassende winnaars
Wat betreft de korte termijn zijn er ook een paar verrassende winnaars. Dat zijn de vervoerders van olie, en de partijen die olie voor langere tijd kunnen opslaan. Op dit moment loopt het verschil tussen de spotprijs (de huidige olieprijs) en de prijs op termijn van olie behoorlijk uit elkaar. U ziet dat in onderstaand overzicht.
Futureprijzen Brent crude oil via CME Group.
Dat de prijs hoger ligt in de toekomst is op zichzelf niet vreemd, dit heet contango, en iedereen die wel eens een turbootje op olie heeft gehandeld zal dit weten, of in ieder geval moeten weten.
Contango is a killer, zegt men wel, want wie via ETF’s of turbo’s belegt in een commodity, of in de VIX, gaat langzaam kapot als het gekochte spul voor langere tijd een pas op de plaats maakt. Maar dat is een ander verhaal.
Risicoloos profiteren
De hogere toekomstige prijs heeft onder andere te maken met de kosten van opslag, verzekering, financiering et cetera. Het omgekeerde is overigens ook mogelijk, en heet backwardation. Dat komt voor als er bijvoorbeeld op korte termijn een tekort is, waarvan men weet dat dat weer rechtgetrokken wordt op langere termijn.
Hoe groter het verschil tussen de toekomstige prijzen en de huidige, spotprijzen is, hoe meer oliehandelaren, en ook wel financiële partijen, kunnen verdienen aan het arbitreren tussen deze twee prijzen. En het is min of meer risicoloos, omdat je beide kanten afgedekt hebt.
Het is een kwestie van olie fysiek opkopen, dat zolang in een tanker of opslagtank gooien, onderwijl de futurecontracten verkopen en tegen de gevraagde tijd het zwarte goedje uitleveren.
Huur is duur
De bottleneck in dit verhaal is de manier van opslag. En daar komen partijen als Vopak en Euronav om de hoek kijken. Het FD schreef half januari al dat de tarieven voor de huur van supertankers de pan uit rezen.
Ander bewijs kwam van de Belgische olierederij Euronav. Dat gooide op 15 januari de frustratie over de koersontwikkeling van haar aandeel van zich af met een persbericht dat er niet om loog.
De prijzen van de verhuur van haar tankers lagen in het vierde kwartaal van 2015 substantieel hoger dan het jaar ervoor, 62.000 dollar in 2015 om 31.650 dollar in 2014. Begin januari liepen de prijzen verder op, getuige het persbericht, en werd er al 77.000 dollar per dag ontvangen.
Overigens moet ik er wel bij zeggen dat die dagprijzen bijzonder volatiel zijn, en rustig fluctueren met tienduizenden dollars per week. Wat dat inhoudt voor omzet en winst voor Euronav ziet u in het onderstaande staatje.
Omzet en nettoresultaat Euronav via Wikipedia.
Meer vraag
VLCC’s zijn grote tankers (Very Large Crude Carriers) en Suezmax zijn kleinere tankers die nog net binnendoor via het Suezkanaal kunnen piepen. U ziet dat het geen feest is geweest de laatste jaren bij Euronav.
Gisteren werden de resultaten over 2015 bekendgemaakt en die waren wél goed, met een KW4 nettowinst van 104 miljoen dollar en een jaarwinst van 350 miljoen dollar.
De rederij toonde zich bijzonder optimistisch en ziet naast dit contango-effect de entree van Iraanse olie op de wereldmarkt, en het feit dat de Amerikanen tegenwoordig ook olie mogen verschepen naar andere werelddelen als katalysator voor de groeiende vraag naar olietransport.
Tijdelijk fenomeen
Ook Vopak zou moeten kunnen profiteren van de verhoogde vraag naar opslagcapaciteit. Vorig jaar alarmeerde Vopak haar beleggers nog als één van de eersten dat haar terminals in Azië door een lagere bezettingsgraad de winst in de tweede jaarhelft zouden drukken:
Vopak-aandeelhouders herinneren zich misschien nog dat begin 2015 de koers van Vopak tot boven de 50 euro steeg. Na de halfjaarcijfers in augustus, waar het concern waarschuwde voor tegenvallende resultaten in China, zakte het echter weg tot rond de 35 euro. Momenteel staat er bijna 40 euro op het koersenbord.
Wanneer Vopak op 26 februari met haar jaarcijfers komt zou daar dus best een behoorlijk goede laatste paar maanden in kunnen zitten. Ook hier geldt dat dit waarschijnlijk een tijdelijk fenomeen is, maar tijdelijk kan altijd langer duren dan je denkt. Over olie gesproken, het kwartje van Kok was meen ik ook tijdelijk.
Koersontwikkeling Euronav, Vopak en AEX sinds begin 2015
Klik op de grafiek voor een grote versie
Zowel Euronav als Vopak lijken nu in een zetel te zitten, maar de vraag is altijd of dat dan niet al lang en breed in de aandelenkoers is ingeprijsd. Een tijdelijk rugwind kan even goed een reden zijn om uit een aandeel te stappen, juist omdat het tijdeljik is.
Het zou namelijk niet de eerste keer zijn dat niet alleen beleggers, maar juist ook de bedrijven zelf zich laten meeslepen door tijdelijk succes.