Nieuw op IEX: Andy Langekamp. Hij bekijkt de financiële markten aan de hand van geopolitieke en politiek-economische ontwikkelingen. Regelmatig zal hij hier op IEX een column over schrijven.
Welkom Andy!
In het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MONA) is een handvol oorlogen aan de gang waarbij mondiale grootmachten betrokken zijn, maar het laat markten vooralsnog koud. Deze relatieve gelatenheid houdt een keer op. De impact van geopolitiek op de wereldeconomie neemt hoogstwaarschijnlijk toe.
In de eerste plaats worden de landen geraakt die rechtstreek verwikkeld zijn in conflicten. Het Syrische bnp is sinds het uitbreken van de burgeroorlog ieder jaar gemiddeld met ruim 15% gekrompen.
Andere landen in oorlog – zoals Jemen en Libië – krijgen eveneens economische optaters. Vergeet ook niet landen die sociaal, economisch en soms politiek ontwricht worden door gigantische vluchtelingenstromen.
Wantrouwen tegenover EU
De grootmacht Rusland en supermacht Amerika zijn nog meer het Midden-Oosten ingetrokken, twee regionale grootmachten en grote olieproducenten - Saoedi-Arabië en Iran - vechten proxy wars uit en uit Jemen, Libië, Irak en Afghanistan komen vooral negatieve berichten.
De gevolgen van de onrust in het MONA reiken verder. Vluchtelingenstromen naar Europa verminderen voorlopig niet (al kan de winter wat verlichting verschaffen).
De vluchtencrisis legt falen bloot op vele terreinen en verergert dat falen soms. Denk aan immigratie, integratie, grenscontrole, humanitaire hulp, ontwikkelingssamenwerking, handelsbeleid, defensie, en nabuurschapspolitiek. Dat de EU op een zo’n breed vlak zo groots het schip ingaat, vergroot het wantrouwen tegenover de EU.
Neerwaartse druk
Dit speelt populistische partijen in de kaart en die hebben vaak economische programma’s die de markten niet bekoren. Bovendien komen onderlinge verhoudingen onder hoogspanning, waardoor het moeilijker wordt akkoorden te bereiken over bijvoorbeeld verdieping van de eurozone.
Op deze manier ondermijnt de oorlog in Syrië de EU en komen makkelijker partijen aan de macht die aan vrije markten en open grenzen tornen (zie onder andere de uitslag van de Poolse verkiezingen).
Hierdoor kunnen exporten onder druk komen, zal kapitaal minder snel de weg vinden naar de beste investeringsmogelijkheden en zorgt algehele onzekerheid voor neerwaartse druk op de consumptie.
Vertrouwen erodeert
Het consumentenvertrouwen kan ook een tik krijgen via een andere weg. De aanhoudende malaise in het MONA en de (vermeende) rol van het Westen daarin, vergroot de kans op nieuwe aanwas voor islamitische extremistische bewegingen die vervolgens relatief makkelijk Europa binnenkomen via vluchtelingenroutes.
Als aanslagen volgen, erodeert dit het algehele economische vertrouwen en worden anti-immigratie gevoelens aangewakkerd die onbehouwen politici de wind meegeven.
Aan de grenzen van de EU zijn de voortekenen voor Oekraïne weinig hoopvol. Nu Poetin via Syrië meer toegeeflijkheid inzake Oekraïne wil lospeuteren bij de EU, lijkt verdere integratie met het Westen verder weg.
Rusland traineert
Het is rustiger in het oosten van Oekraïne, maar als Europa toegeeft aan Poetin, zal corruptie in Kiev niet snel bestreden worden en dreigt Oekraïne een failed state te worden. Dit zal de economische groei – die toch al dramatisch is – verder aantasten.
En Oekraïne (en Syrië) zijn niet de enige landen waar Rusland doelbewust politieke en economische stabiliteit traineert. Georgië, Moldavië en Bosnië zijn een paar voorbeelden van landen die Poetin bespeelt om zijn invloedsferen te consolideren en uit te breiden en Europa te verzwakken.
Wat Rusland zelf betreft, Poetin is drukker met zijn buitenlandse avonturen en zijn patriottistisch-conservatieve agenda dan met structurele verbeteringen van de Russische economie. Het land blijft te afhankelijk van de grondstoffenexporten. Daarom zal de Russische economie niet positief verrassen de komende tijd.
Druk op de euro
Tot slot is het niet gezegd dat de geopolitiek niet voor olieprijsschokken gaat zorgen. In het verleden droegen de Jom Kipoeroorlog (1973), Iraanse Revolutie (1979) en Iraakse inval in Koeweit en daaropvolgende oorlog (1990) bij aan sterke olieprijsstijgingen en daaropvolgende recessies.
Het jaar 2015-2016 kan dit rijtje aanvullen als de geopolitieke situatie in het MONA verder verslechtert. De geopolitieke achtergrond voor de wereldeconomie is dus allesbehalve positief te noemen en dit wordt eerder donkerder dan lichter.
Dit zal bijdragen aan twijfel bij de Fed of de rente dit jaar nog verhoogd moet worden. Misschien nog wel belangrijker is de impact van de geopolitiek op de ECB. De politieke spanningen in de EU (en binnen landen) zijn veelal hoog opgelopen door onder andere de vluchtelingenproblematiek.
Dit kan een extra argument zijn voor ruimer monetair beleid met als gevolg verdere neerwaartse druk op de euro.