"We gaan kijken naar een manier om de vermogensbelasting rechtvaardiger te maken". Als een politicus dat zegt, moet je enorm oppassen. Excuus voor de licht populistische toon van deze opmerking, maar het bevat te veel kern van waarheid om het niet zo te stellen.
Jeroen Dijsselbloem is een politicus en ook nog eens minister van Financiën. Aan hem moet de quote worden toegeschreven en dat maakt mij op de één of andere manier huiverig. Wat is rechtvaardig in de ogen van de sociaaldemocratische politicus? Piketty en de SP zitten hem op de hielen.
Na het moeizame bonusdebat, waarin de minister dankzij een zwak oppositioneel optreden makkelijk overeind kon blijven, wil hij vast zijn linkse gezicht weer eens laten zien.
Grenzen van rechtvaardigheid
Wat is rechtvaardig? Gemakkelijker is de omgekeerde vraagsteling: wat is niet rechtvaardig? Daar is bijna iedereen het over eens. De huidige systematiek van belasting op vermogen, ingevoerd in 2001, heeft jaren geleden al de grenzen van rechtvaardigheid ruimschoot overschreden.
Behoudens een vrijstelling, moet een ieder 30% belasting over het rendement van zijn vermogen betalen. Voor de eenvoud werd verondersteld dat alle beleggers een rendement van 4% zouden behalen. De tienjarige rente lag toen op circa 5% en de spaarrentes lagen rond het vastgestelde fictieve rendementsniveau.
Geen enkel rendement
Er is nu veel aandacht voor de onrechtvaardigheid van deze heffing voor spaarders. Maar hoe rechtvaardig pakte die vermogensrendementsheffing eigenlijk voor beleggers uit? Ultimo 2000 stond de Eurostoxx50 index (net total return, dus inclusief dividend) op een stand van 6032 punten.
In 2001 ging de index onderuit en, na een opleving die eindigde in 2007, lag eind 2014 het niveau van deze benchmark-aandelenindex op 5851 punten. In precies vijftien jaar tijd heeft de (Europese) aandelenbelegger geen enkel rendement behaald!
Maar ondertussen is wel jaarlijks 1,2% belasting betaalt.
Stel u investeerde eind 2000 een bedrag van 10.000 euro in deze index. Dan had u eind 2014 een bedrag van 8344 euro over, waarbij het negatieve verschil geheel veroorzaakt wordt door belastingafdrachten. Het is maar wat je rechtvaardig noemt.
Zijn er altenatieven?
Het is volkomen terecht dat deze belasting op de schop gaat, maar het is onredelijk er op te wijzen dat beleggers er alleen maar voordeel van hebben gehad. Het gegeven voorbeeld bewijst het tegendeel.
Wat zijn de alternatieven? Een mogelijkheid is de belasting te verlagen. Die 30% zou teruggebracht kunnen worden naar 20%. Dat lijkt me een slechte oplossing. Al wordt een lager percentage gehanteerd, het blijft een heffing over een onredelijk verondersteld rendement.
Het blijft op deze manier onrechtvaardig, zij het wat minder dan voorheen.
Een andere mogelijkheid is de belastingvrije voet de verhogen. Dat is eveneens een sympathieke aanpassing, maar ook in dit geval blijft het onredelijke veronderstelde rendement van 4% in tact. Geen goede oplossing dus.
Werkelijke rendement
Een veel gehoord idee is het werkelijke rendement als uitgangspunt te nemen. Elke belegger betaalt dan belasting over de gerealiseerde groei van zijn vermogen. Dat lijkt rechtvaardig.
Als je 1% rendement behaalt, bijvoorbeeld omdat het gehele vermogen op een spaarrekening is gezet, betaal je 0,3% aan belasting. Maar als je, bijvoorbeeld door met risico te beleggen op de beurs, 12% weet te realiseren, wordt Dijsselbloem daar 3,6% rijker van.
Dat is een heerlijke positie voor de minister van Financiën. Zonder zelf risico te lopen, incasseert hij wel de revenuen als een mooi rendement wordt behaald. Of is de overheid ook bereid de andere kant van de medaille te accepteren.
Ook verlies verhalen
Als er eens één of meerdere (vijftien!) jaren een negatief rendement is behaald, wordt dan 30% van het negatieve rendement door de staat gerestitueerd? Dat lijkt me geen comfortabele positie voor de minister van Financiën in tijden van zwak presterende beurzen.
Wat te denken van de (naar mijn idee) in het verschiet liggende crash op de obligatiemarkt. Een deel van het verlies kunnen beleggers dan verhalen op de overheid.
Een veel genoemde mogelijkheid is voor alle vermogens de werkelijke rente, of een gemiddelde in de laatste jaren, als uitgangspunt voor de belastingheffing te nemen. Dat lijkt mij van alle mogelijkheden nog de meest eerlijke. Het risicovrije rendement, niet meer en niet minder, wordt belast.
Forfaitaire rente op 0%
Het eventuele extra rendement (of verlies) dat ontstaat door het nemen van extra risico, wordt met rust gelaten. Maar het beste lijkt mij toch het huidige systeem te handhaven met maar één aanpassing. De forfaitaire rente moet niet worden vastgesteld op 4%, maar op 0%.
Inderdaad, ik pleit voor het volledig afschaffen van belasting op vermogen. Asociaal? Ik denk dat het meevalt. Ten eerste wil de overheid stimuleren dat we later voor onszelf kunnen zorgen (medische zorg, pensioen et cetera).
Waarom moet vermogensvorming dan belast worden, met daarbij weer allerlei uitzonderingen (bijvoorbeeld banksparen, waarvoor geen vermogensheffing geldt)? Bovendien, vermogen is gestold inkomen en uitgestelde consumptie. Over beiden is (inkomstenbelasting) of wordt (BTW) al belasting betaald.
Wél rechtvaardig
Via deze belastingcategorieën kan de overheid al tot een rechtvaardige verdeling komen. Als, in de gedachte à la Piketty, te veel vermogen binnen generaties van families moet worden tegengegaan, is daarvoor een alternatief instrument beschikbaar.
Verhoog de erfbelasting en belasting op giften. Als dat in combinatie met een gehele afschaffing van de vermogensrendementsheffing wordt gedaan, zou er naar mijn idee pas een echt rechtvaardig heffingsysteem kunnen ontstaan.