Het is bizar. Meer dan 1600 miljard van de Europese staatsschuld heeft een negatief rendement, zo berekende onlangs het Financieele Dagblad. Beleggers moeten als zij geld willen uitlenen een vergoeding aan de staat betalen. Ik kan mij niet voorstellen dat er een econoom te vinden is die dit een natuurlijke en gezonde situatie vindt.
Toch is de ongekend lage tot negatieve rente geen natuurverschijnsel of een door de markt afgedwongen resultaat van specifieke bijzondere omstandigheden. De huidige rentestructuur is het gevolg van bewust beleid van de Europese Centrale Bank.
De bank kiest ervoor de risicomijdende spaarder en belegger de rekening te laten betalen van de onverantwoord handelende schuldenaar, zoals met name de zuidelijke lidstaten van de Europese Unie.
ECB-garantie
Ik heb in het verleden regelmatig gepleit voor de uitgifte van eurobonds. Daar moeten ze in de noordelijke lidstaten echter niets van hebben. Het zou alleen maar leiden tot het subsidiëren van de arme lidstaten door het rijke deel van de EU. Ik denk dat dit niet zo hoeft te zijn.
De uitgifte van eurobonds kan zodanig worden georganiseerd dat de lidstaten met (te) hoge schuld, zolang die situatie voortduurt, een rente-opslag in rekening wordt gebracht aan de lageschuldenlanden met beperkte overheidstekorten.
Zo krijgen de noordelijke EU-landen direct betaald voor het risico dat zij lopen door de afgegeven impliciete garanties via de uitgifte van eurobonds. Nu is die garantie er ook, via de ECB die onbeperkt staatsobligaties gaat opkopen, maar lopen de verantwoord gefinancierde lidstaten die risicopremie mis.
Eeuwigdurende obligatie
Natuurlijk kun je redeneren dat de ultralage rente, het gevolg van het opkoopbeleid, een soort impliciete vergoeding voor de noordelijke lidstaten is. Die lage rente gaat echter wel ten koste van institutionele beleggers, met name pensioenfondsen en verzekeraars.
En natuurlijk ten koste van alle particuliere spaarders, die hun dorst moeten lessen met een uitgedroogd appeltje. Die risicomijdende spaarder zoekt naar wegen om zijn rendement te verhogen. Eén van de mogelijkheden is de achtergestelde eeuwigdurende obligatie.
Die worden steeds populairder, vanwege de relatief hoge vergoeding. Echter, afgezien van het feit dat de belegger zich rekenschap moet geven dat een achtergestelde obligatie een aanzienlijk hoger risico betekent, is de aantrekkelijkheid ook een stuk minder geworden.
Winst van 13%
Dat komt door de forse koersstijgingen die deze obligaties hebben doorgemaakt. Neem bijvoorbeeld de 5% achtergestelde ASR perpetuele obligatie, die in 2024 mogelijk door de verzekeraar wordt afgelost. Als er geen aflossing plaatsvindt wordt een rente vastgesteld gelijk aan de vijfjarige rente plus een 4,95%-opslag.
Elke vijf jaar vindt renteaanpassing plaats, maar kan de lening ook worden afgelost. De obligatie werd in september 2014 uitgegeven tegen een koers van 99,056%. Momenteel is de koers opgelopen tot 109,92%, een winst van een mooie 13% (inclusief opgelopen rente) in ruim vijf maanden. Dat ligt in de buurt van de 27% op jaarbasis.
Als ASR de lening in 2024 zou aflossen op 100%, behaalt de nieuwe belegger vanaf het actuele koersniveau een rendement van 3,75% op jaarbasis. Veel beter inderdaad dan een tienjarige staatsobligatie met een jaarrendement van 0,4%.
Maar of het rendement genoeg is om het hogere risico te compenseren is een vraag die elke individuele belegger zelf moet beantwoorden. In ieder geval lijk mij ASR een (nu) een gezonde verzekeraar.
Als disclaimer meld ik dat ik de obligatie zelf in portefeuille heb, maar bij een verdere koersstijging wordt winstneming een steeds verleidelijker optie.
Gegarandeerde staatslening
Ik hoef (helaas) geen disclaimer te geven voor de obligatie die alle andere obligaties, zelfs de meeste andere beleggingen, ver in de schaduw stelt.
Het betreft een obligatie die het afgelopen jaar een rendement van 250% heeft opgeleverd. Helaas, deze obligatie had ik niet in positie hoewel ik er enkele malen over heb geschreven. Het gerealiseerde rendement is enorm, en toch betreft het geen riskante achtergestelde obligatie.
Sterker nog, het gaat om een staatslening die volledig is gegarandeerd door de Nederlandse overheid. Ik heb het over de 3,5% Grootboeklening, een eeuwigdurende obligatie die in 1811 is uitgegeven door Willem I. Eeuwigdurende is ook echt eeuwigdurend. De staat heeft geen recht van vervroegde aflossing.
Opkoopprogramma
Wel voert de staat al tientallen jaren een beleid deze obligaties uit de markt te nemen, en koopt het aanbod in de markt op. Dat is ECB-beleid avant la lettre...
Dat opkoopprogramma had overigens nauwelijks invloed op de koers. In mijn tijd bij het Agentschap van Financiën betaalde "we"circa 50% voor deze obligatie. Door de rentedaling was de prijs in de loop der jaren al opgelopen.
Vorig jaar noteerde de 3,5% Grootboek een koers van 122%. Maar het afgelopen jaar was er geen houden meer aan de koers. Momenteel is de prijs 355%! Dat betekent dat in één jaar tijd de belegger, inclusief 3,5%-coupon, een rendement heeft gemaakt van 194%. Op een Nederlandse staatslening!
Nu aanbieden?
Het couponrendement van de obligatie is bij de huidige koers precies 1%. Houders van deze obligatie kunnen, naar mijn idee, maar beter snel hun stukken aanbieden. Stel dat ooit, het zal toch wel eens gebeuren, de ECB haar rentebeleid wijzigt en de tarieven weer oplopen.
Als het couponrendement naar bijvoorbeeld 3,5% gaat, zal de koers van de obligatie zakken naar circa 100%. Ten opzichte van de actuele koers betekent dat een koersverlies van 72%. Geen aantrekkelijk vooruitzicht voor een "risicomijdende" Nederlandse staatsobligatie.