Op 12 december deed een vat Brentolie voor het eerst in vijf jaar minder dan 60 dollar per vat. Sinds deze zomer ging de prijs van olie met meer dan 40% onderuit. Dat is fijn voor mensen die frequent een tankstation aandoen, maar minder plezierig voor aandeelhouders in oliefondsen.
Neem nou onze eigen Shell. Een aandeel kostte rond de zomer nog iets meer dan 30 dollar. Op dit moment wordt het aandeel verhandeld voor iets meer dan 25 euro.
Voor de val van de olieprijs zijn vijf redenen aan te wijzen:
1. Te groot aanbod
Allereerst is het olie-aanbod gewoon te groot. Ten gevolge van de Amerikaanse schalierevolutie wordt de markt overspoeld door miljoenen extra vaten Amerikaanse olie. Op de verjaardag van Sint Nicolaas haalde de Verenigde Staten 1,5 miljoen vaten olie uit de grond. Dat komt overeen met een kleine 2% van de wereldbehoefte.
Nu de prijzen van olie dalen, zou je denken dat er minder van de relatief dure schalieolie naar boven zal worden gehaald. Het tegendeel blijkt het geval. Op zoek naar voldoende cash flow om te overleven, hebben de schaliespelers de productie de laatste tijd juist opgevoerd.
2. Prijsoorlog
Om de aanvoer van Amerikaanse olie in te dammen is de OPEC onder leiding van Saoedi-Arabië een prijsoorlog begonnen. Het kartel heeft om die reden de eigen productie onlangs doelbewust niet beperkt. De lage olieprijs, die daarvan het gevolg is, scheelt in de nabije toekomst de nodige inkomsten, maar op de langere termijn komt het wel weer goed met de olieprijs, als die schalieboeren in de Verenigde Staten failliet zijn verklaard. Het winnen van schalie-olie is veel duurder dan het uit de grond halen van conventionele OPEC-olie.
3. Dalende vraag
Terwijl het aanbod toeneemt, neemt de vraag naar olie af, mede veroorzaakt door vertraging van de Chinese groei en de sputterende Europese economie. Voor dit jaar gaat het Internationale Energie Agentschap (IEA) uit van een wereldwijde vraag van nog maar 92,4 miljoen vaten per dag. Dat is slechts 230 duizend vaten meer dan in 2013. Voor het komende jaar rekent het agentschap op een vraag van 1,1 miljoen extra vaten.
4. Aanvoer minder onzeker
Ondanks de voortdurende ellende in Syrië, Libië, Oekraïne en Irak is er minder angst dat de olieaanvoer in gevaar komt. IS is in Irak tot staan gebracht. Het conflict in Oekraïne lijkt niet langer uit de hand te lopen.
5. Sterke Amerikaanse dollar
En dan heb je de sterke dollar. De prijzen van grondstoffen, dus ook olie, zijn sterk gecorreleerd met de Amerikaanse munt. Een waardestijging van de dollar lokt automatisch een daling van de olieprijs uit. Het is niet voor niets dat de recente daling van de olieprijs begon toen de dollar zijn opmars inzette.
Nu investeren?
Wat betekent de daling van de olieprijs voor beleggers? Tot nu toe weinig goeds voor aandeelhouders van bedrijven die een directe link hebben met de olie-industrie. Die hebben de laatste maanden veel geld verloren.
Niet alleen de grote olieconcerns zijn de klos, maar ook de toeleveranciers. Het koersplaatje van Fugro, SBM maar ook Brunel geeft de slachting aardig weer.
Tegelijkertijd biedt de huidige oliemalaise ook kansen. Tenminste, voor wie graag contrair handelt en niet wakker ligt als beleggingen even niet renderen.
Feit is dat de huidige stand voor alle olieproducerende landen een slechte zaak is. Zij hebben er alle belang bij om de prijs op een hoger niveau te brengen. Is het niet vandaag dan wel binnen afzienbare tijd.
Feit is ook dat de huidige lage olieprijs een aanjager is van economische groei. Dat leidt tot een grotere vraag naar olie, dus een hogere olieprijs. Volgens Stephen Schwarzman, de baas van fondsgigant Blackstone, is er geen beter moment om in conventionele energie te investeren dan nu.
Hoe?
Het ING Energy Fund en Blackrock World Energy zijn twee populaire beleggingsfondsen die het relatief goed hebben gedaan. Dit zijn de overeenkomsten en verschillen:
Rendement
ING Energy: ytd -11,6%, 5 jaar 3,1% per jaar gemiddeld
Blackrock Energy: ytd -18,5%, 5 jaar -1,9% gemiddeld
Top 3-posities
ING Energy: Exxon, BP, Chevron
Blackrock Energy: Chevron, Shell, Exxon
Geografische verdeling
ING Energy: Verenigde Staten 65,5%, Verenigd Koninkrijk 15,8%, Canada 12,6%
Blackrock Energy: 68,5%, Verenigde Koninkrijk 12,9%, Canada 8,6%
Standaarddeviatie (hoe hoger, hoe bewegelijker)
ING Energy: 13,18
Blackrock Energy: 16,29
Dividend
ING Energy: 3,3%
Blackrock Energy: niet
Kosten
ING Energy: 0,8%
Blackrock Energy: 1,3%
Conclusie
Het energiefonds van ING rendeert beter, beweegt minder, keer wel dividend uit en is ook nog eens goedkoper. De keuze tussen de twee energiefondsen kan niet moeilijk zijn.