Zo, dat was een fijne herfstvakantie. Dankzij mijn geweldige timing heb ik alle soorten luchten gezien, behalve blauwe. Maandenlang heersten zon en hoge temperaturen. Dat was geen garantie voor de (nabije) toekomst, zo is gebleken. Maar elk nadeel heb zijn voordeel.
Het gaf mij de gelegenheid eindelijk eens al die boeken te lezen die op mijn To Read-lijstje stonden. Die gelegenheid heb ik echter niet te baat genomen. Ik kon toch moeilijk loskomen van de financiële markten en heb daar veel over nagedacht.
Bijvoorbeeld over hoe raar het koersverloop op aandelen- maar vooral obligatiemarkt zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. De obligatiekoersen, en als reflectie daarvan natuurlijk de rente, beginnen een aardig Hans Klok-gehalte te krijgen.
Onvoorstelbaar laag
Je ziet het gebeuren, maar hebt geen idee hoe het kan. Aan het begin van het jaar lag de Nederlandse 10-jaars staatsrente op 2,2%. Een ongekend laag niveau. Het kon niet anders dan dat in 2014 de echte ommekeer in de dalende rentetrend zou plaatsvinden, als vervolg op de aarzelende rentestijging in 2013.
Die gedachte bleek een vergissing, een grote vergissing. Sinds het begin van het jaar is de rente gedaald tot 1,1%, een halvering. Onvoorstelbaar!
De 1,75% staatsobligatie, met aflossing in juli 2023 stond aan het begin van het jaar op een koers van 96%. De actuele koers ligt 10 procentpunten hoger op bijna 107%, een stijging van ruim 12% (inclusief de opgelopen en uitgekeerde coupon). Het zijn rendementen waar een aandelenbelegger op jaarbasis dolgelukkig mee zou zijn.
Uitgehongerde hyena's
Nu zult u zeggen dat de ultralage rente voor staatsobligaties verklaarbaar is door het zeer ruime monetaire beleid. Wanneer we daarnaast bedenken dat door de strenge regelgeving banken, pensioenfondsen en verzekeraars zich als uitgehongerde hyena's op "veilige" obligaties storten, dan is de onnatuurlijk lage rente verklaard.
Maar wat ik ondanks het ruime monetaire beleid niet kan verklaren zijn de renteniveaus op bedrijfsobligaties. Wat te denken bijvoorbeeld van het rendement op een bijna 7-jarige obligatie van de Spaanse telecombedrijf Telefónica (S&P rating BBB). Met aflossing in 2021 krijgt u op deze lening een jaarrendement van 1,5%.
Tegelijkertijd keert het bedrijf een dividend op zijn aandelen uit van circa 6% en is de koerswinstverhouding circa 12. En wat dacht u van beleggers in obligaties Royal Dutch Shell (RDS), die voor een 12-jarige lening (aflossing 2026) een rendement van 1,6% incasseren? Het bedrijf keert zijn aandeelhouders echter een dividend van 4,7% uit, bij een koerswinstverhouding van het aandeel van 12.
De obligatiebelegger zit fout
Wat is nu het perspectief van de obligatiebelegger en de aandelenbelegger in bijvoorbeeld RDS? Voor de obligatiebelegger is het duidelijk. Als RDS financieel gezond blijft, zal in 2026 een rendement van 1,6% op jaarbasis zijn gerealiseerd. De aandelenbelegger moet meer veronderstellen, omdat er meer onzekerheden zijn.
Stel de winst groeit gemiddeld jaarlijks met 3%, terwijl de koerswinstverhouding en het dividendpercentage gelijk blijft. De aandelenbelegger zal dan jaarlijks circa 8% aan rendement incasseren. Anders gezegd, een belegging van 10.000 euro eindigt voor de obligatiebelegger naar verwachting op 12.000 euro, terwijl de aandelenbelegger mogelijk uitkomt op 22.000 euro.
Dit is een waanzinnig verschil. De vraag is nu wie er gelijk heeft: de obligatiebelegger of de aandelenbelegger. Ik denk dat de obligatiebelegger in dit geval "fout" zit. Het grote verschil in rendementsperspectief wordt veroorzaakt omdat de prijzen van obligaties zich geheel richten naar het monetaire beleid, en zich los hebben gemaakt van het debiteurenrisico.
Wolf in schaapskleren
Als de obligatiebelegger gelijk heeft opereren bedrijven als RDS en Telefónica op lange termijn in een probleemloze wereld, waar geen enkel risico op wanbetaling, of erger, plaatsvindt. Als dat zo zou zijn, moeten de aandelenkoersen van beide bedrijven nog veel verder omhoog. Een langdurig aandelenfeestje ligt dan in het verschiet.
Ik denk echter dat risico zich als een wolf in schaapskleren verschuilt in de financiële markten. Wie durft te beweren dat de wereld om ons heen risicoloos is en dat ook nog vele jaren zal blijven, heeft het over de verkeerde planeet. Ik ben er dan ook van overtuigd dat met name bedrijfsobligaties, hoe kwalitatief goed ze ook zijn, volkomen verkeerd geprijsd zijn.
Als het monetaire beleid weer terug naar normaal gaat en/of de wolf zich van zijn camouflagekleding ontdoet, zijn de rapen op de obligatiemarkt gaar. Mijn visie over de ontwikkeling van de rente in de afgelopen jaren was een vergissing. Daardoor miste ik veel rendement.
Maar ik denk dat beleggers die nu nog in (bedrijfs)obligaties stappen zich ook vergissen. Gezien de mogelijke koersverliezen op vooral de langlopende (bedrijfs)obligaties, zou ik zelfs willen spreken van een Grote Vergissing.