Complimenten uitdelen is leuk. Ze in ontvangst nemen is riskant. Niet zelden is een aardige opmerking de prelude van scherpe kritiek. Ik geef een compliment aan de AFM. Alweer? Ja, alweer! Twee weken geleden toonde ik waardering voor de publicatie van onderzoekscijfers door de AFM.
Uit de cijfers bleek dat de meerderheid van de consumenten vindt dat de toezichthouder niet slaagt in zijn missie: het bevorderen van eerlijke en transparante markten. Chapeau dat de toezichthouder deze voor de organisatie vervelende gegevens publiceert. Nu geef ik een zo mogelijk nog groter compliment.
De AFM heeft aangegeven dat zijn eigen risicometer voor beleggingsinstellingen niet altijd een goed beeld geeft van de risico's. Dat geldt met name voor illiquide fondsen. De risicometer geeft op een schaal van 1 tot en met 7 het risico van een beleggingsfonds. Dat risico is gebaseerd op de historische volatiliteit in rendement van het fonds. Voor beperkt verhandelbare fondsen is deze maatstaf ongeschikt, aldus de AFM. De toezichthouder doet een oproep aan deze fondsen de risicometer niet meer in reclame-uitingen te gebruiken.
Gehoor gegeven
De actie van AFM ligt geheel in lijn met de boodschap van mijn column van 10 oktober vorig jaar over de reclame van Meewind, aanbieder van beleggingsproducten in windmolenparken. Ik schreef destijds: "Ik vind dat de reclame-uitingen van Meewind, en ook de indicatie van de AFM risicometer, de risico's van een belegging in Zeewind 1 onjuist weergeven. Hier ligt een taak bij de AFM om snel in te grijpen en er voor te zorgen dat de belegger goed en volledig wordt geïnformeerd".
Aan die oproep heeft AFM gehoor gegeven. Althans, ik neem aan dat het betreffende beleggingsfonds ook onder de nieuwe richtlijn van AFM valt. In ieder geval heeft Meewind op zijn website zelf het volledige bericht van AFM geplaatst. Dat verdient ook een pluim. Genoeg aardige woorden. Ik moet, conform de complimentuitdeeltheorie, een kritische kanttekening richting AFM maken.
Dat doe ik in de vorm van een nieuwe oproep. Toezichthouder, stop toch met die hele risicometer, ook voor meer liquide fondsen. Door de verplichte prominente publicatie in de Essentiële Beleggersinformatie lijkt het of de meter de belangrijkste indicatie voor het risico is. Dat is het helemaal niet, ook niet voor liquide fondsen. Het zegt iets over de beweeglijkheid in het verleden. Een hoge beweeglijkheid kan samenhangen met (achteraf verkeerde) marktpercepties over het risico van het product.
Andersom kan ook. Een lage volatiliteit hoeft geenszins een beperkt risico aan te geven. Kijk maar naar de koersen van de perpetuele obligatieleningen of asset backed-obligaties voor de kredietcrisis. Op basis van de risicometer zouden dat ongetwijfeld risicomijdende beleggingen zijn. We weten inmiddels beter.
GUISE-percentage
Nu we het toch over de risico indicatoren hebben, ook AFM's oude meter in de Financiële Bijsluiter kan wat mij betreft bij de prullenbak. Voor complexe financiële producten bestaat nog steeds deze financiële bijsluiter, met daarin opgenomen het mannetje dat al dan niet gebogen door het leven gaat. Daaruit valt de mate van risico van het product af te leiden op een vijf stappen schaal. Van zeer klein risico tot zeer groot risico.
De AFM staat voor transparantie. Dat zou zeker moeten gelden voor de inzichtelijkheid van risico's. Maar weet de belegger wat een halfgebogen mannetje (risico 3: vrij groot risico) precies betekent? Dat is heel simpel. Beleggingsproducten in deze categorie hebben minder dan 80% inleggarantie en een GUISE-percentage van 90% of meer. Voor de volledigheid: GUISE staat voor Gemiddelde Uitbetaling in geval van Slechte Eventualiteiten. Een zinloze en voor de doelgroep volkomen ondoorzichtelijke indicator.
Financiële producten zijn niet als vliegtuigen. Het is goed dat in die sector toezichthouders opereren met maar een missie: veilig vliegen met het allerlaagste risico. Er is niet een tussenweg als redelijk veilig, of minder veilig vliegen. De reiziger kan in dit opzicht vertrouwen op de kunde van de toezichthouder en hoeft de gehanteerde criteria niet te snappen.
Schijnzekerheid
Bij beleggingsrisico's is dat anders. Daar is wel sprake van verschillende gradaties in risico, van heel laag tot zeer hoog. Het is een must dat beleggers zelf deze risico's begrijpen. Het is onwenselijk dat zij aan de hand van een poppetje of cijfer een soort samenvattend oordeel conform de rekenmethode van de toezichthouder krijgen voorgeschoteld.
Zeker als de onderliggende criteria voor die belegger niet of nauwelijks te bevatten zijn. Op deze manier wordt een soort zekerheid ten aanzien van de mate van risico gesuggereerd die er niet is. Stop dus met deze meters, AFM. Want voor de niet ervaren belegger is er is geen groter risico dan schijnzekerheid.